Taal - Persoonlijke voornaamwoorden

Taal
Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Taal
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wie weet nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Geef een paar voorbeelden:

Slide 2 - Question ouverte

Lesdoel

Je gaat de verschillende vormen van de persoonlijke voornaamwoorden leren. 

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeldzinnen

1. Ze namen mij mee. 
2. Ze hebben mij een pakje gegeven.

Welke persoonlijke voornaamwoorden staan in deze zinnen?



Slide 4 - Diapositive

Onderwerpsvorm
1. Ze namen mij mee.
2. Ze hebben mij een pakje gegeven.

Ze is in beide zinnen een persoonlijk voornaamwoord. In beide zinnen betreft het de onderwerpsvorm. Ze is namelijk het onderwerp in de zin. 

Slide 5 - Diapositive

Voorwerpsvorm (lijdend voorwerp)
1. Ze nemen mij mee. 
2. Ze hebben mij een pakje gegeven. 

Mij is een persoonlijk voornaamwoord. In zin 1 is mij het lijdend voorwerp. 

Slide 6 - Diapositive

Voorwerpsvorm (meewerkend voorwerp)
1. Ze nemen mij mee. 
2. Ze hebben mij een pakje gegeven. 

Mij is een persoonlijk voornaamwoord. In zin 2 is mij het meewerkend voorwerp. Je kunt er namelijk 'aan' voor zetten. 

Slide 7 - Diapositive

Tip

Een persoonlijk voornaamwoord kun je altijd vervangen door een zelfstandig naamwoord of een eigennaam. 

Slide 8 - Diapositive

Nu jullie!

Slide 9 - Diapositive

'hem' is in de volgende zin:
Ik heb hem gisteren nog gezien.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Persoonsvorm

Slide 10 - Quiz

'mij' is in de volgende zin:
Hij gaf mij beschaafde kleren.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

'Ik' is in de volgende zin:
Ik vond ze eerder bizar.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Persoonsvorm

Slide 12 - Quiz

De ouders van Chantal gaan vandaag naar de markt.

Vervang 'De ouders van Chantal' door een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 13 - Question ouverte

Chantal durft iets niet tegen haar ouders te zeggen.

Vervang 'Chantal' en 'haar ouders' door persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 14 - Question ouverte

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 15 - Question ouverte

Kies het antwoord wat bij jou past

Slide 16 - Diapositive

Ik kan een persoonlijk voornaamwoord aanwijzen in een zin:
Altijd
Meestal
Soms
Nooit

Slide 17 - Sondage

Ik zie meteen wanneer een persoonlijk voornaamwoord onderwerp van de zin in
Altijd
Meestal
Soms
Nooit

Slide 18 - Sondage

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage