Klas 2GT1

Mittwoch den 30. März 2022
Klas 2GT1
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mittwoch den 30. März 2022
Klas 2GT1

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute
Kapitel 8. Aussehen
Hausaufgaben 
Grammatik Modalverben
Hausaufgaben
Ende Unterricht

Slide 2 - Diapositive

                                             Regels en Afspraken

 - Als je de klas binnen komt, ga je zitten, pakt je spullen en zet je tas 
    op de grond
 - Je laat jouw mobiel in de tas -> na een waarschuwing, neem ik de 
    telefoon in beslag
-  Je gebruikt de laptop als ik zeg dat je erop mag werken
 - Als ik aan het woord ben, dan ben je stil 
 - Als je vragen hebt, steek je je vinger op
 - Je blijft van elkaar en elkaars spullen af
 - Tijdens het zelfstandig werken, mag je zachtjes praten of naar 
   muziek luisteren 

Slide 3 - Diapositive

De leerling die de les verstoort:

  •  eerste waarschuwing
  •  tweede waarschuwing
  •  bij de derde waarschuwing -> na de les bij mij 
       -> gevolg: strafwerk of een les nablijven
  •  laatste waarschuwing -> verwijdering uit de les

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Kapitel 8 Aussehen

Maken: Opdracht 8,9,10, blz. 72, 73
Maken: Opdracht 12, 13 blz. 75

Gebruik de woordenlijst op blz. 98
Maken: opdracht: 15, 16, 17

Maken: opdracht 19, 20, 21 / Seite 81,82

Slide 7 - Diapositive

Kapitel 8: Grammatik
Aufgabe 22
Seite 82 
Lied ergänzen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo


Modalverben (hulpwerkwoorden)

Wat zijn Modalverben?
Modale hulpwerkwoorden (modalverben) zijn hulpwerkwoorden die extra betekenis aan het hoofdwerkwoord toevoegen. Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn: zullen, kunnen, mogen, moeten, willen

Slide 10 - Diapositive

Welke Modalverben zijn er?

  • dürfen  - mogen (toestemming hebben))
  • mögen - leuk vinden, lusten, houden. van)
  • wissen  - weten.
  • können - kunnen.
  • müssen - moeten.
  • sollen -  moeten.
  • wollen -  willen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Hausaufgaben
Leren: woordenlijst NL-DU / blz. 98 
Leren: Grammatik E / Seite 81 + Seite 83 / Modalverben
Maken: opdracht 24, 25, 26 / Seite 84,85

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive