Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H2.3 Delfstoffen in soorten en maten
Slide 1 - Diapositive
Geef de omschrijving van delfstoffen.
Slide 2 - Question ouverte
Noem de drie soorten delfstoffen.
Slide 3 - Question ouverte
Bekijk kaartblad 238A en 238B (GB56). Vanuit welke regio wordt de meeste aardolie en aardgas vervoerd?
Slide 4 - Question ouverte
Bekijk kaartblad 238E (GB56). In welk land is de productie van aardolie het grootst (2019)?
Slide 5 - Question ouverte
Bekijk kaartblad 238F (GB56). In welk land is de productie van aardgas het grootst (2019)?
Slide 6 - Question ouverte
Bekijk kaartblad 238C. In welk land is de steenkoolproductie het grootst?
Slide 7 - Question ouverte
Bekijk kaartblad 238C. Australie vervoert een groot deel van de steenkool naar andere landen. De VS en China produceren veel meer steenkool maar vervoeren nauwelijks steenkool naar andere gebieden. Geef hier een verklaring voor.
Slide 8 - Question ouverte
Welke hoort niet in het rijtje thuis? ijzer - goud - aardolie - indium
A
ijzer
B
goud
C
aardolie
D
indium
Slide 9 - Quiz
Licht toe waarom die (zie vorige vraag) er niet bij hoort.
Slide 10 - Question ouverte
Welke hoort niet in het rijtje thuis? aardgas - steenkool - aardolie - kalksteen
A
aardgas
B
steenkool
C
aardolie
D
kalksteen
Slide 11 - Quiz
Licht toe waarom die (zie vorige vraag) er niet bij hoort.
Slide 12 - Question ouverte
Waar wordt kalksteen voor gebruikt?
Slide 13 - Question ouverte
Waar bestaat kalksteen uit?
Slide 14 - Question ouverte
Ertsen worden gevormd in de aardmantel.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Bekijk de foto.
Zie je hier een voorbeeld van dagbouw of schachtbouw?
A
Dagbouw
B
Schachtbouw
Slide 16 - Quiz
Wat is een nadeel van dagbouw?
Slide 17 - Question ouverte
Waaruit is steenkool ontstaan?
A
Plantenresten
B
Dierlijke resten
C
Kalksteen
D
Fossielen
Slide 18 - Quiz
Welke volgorde is juist voor het ontstaan van steenkool?
A
plantenresten – veen – steenkool - bruinkool
B
plantenresten – veen – bruinkool – steenkool
C
veen – plantenresten – bruinkool – steenkool
D
plantenresten – veen – steenkool – zwartkool
Slide 19 - Quiz
In welke periode begon het inkolingsproces van het steenkool in NL?
A
Krijt
B
Perm
C
Carboon
D
Tertiair
Slide 20 - Quiz
Wat is eerder ontstaan olie of steenkool?
A
olie
B
steenkool
Slide 21 - Quiz
Waar of niet waar? Aardgas komt vrij bij de vorming van steenkool én aardolie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Hoeveel verschillende metalen zitten er in een mobieltje?
A
tussen de 10 en 20
B
tussen de 20 en 30
C
tussen de 30 en 40
D
tussen de 40 en 50
Slide 23 - Quiz
Bekijk bron 11 in je boek. Welke delfstof raakt waarschijnlijk het snelst op?
A
Olie
B
Zeldzame aardmetalen
C
Lood
D
Antimoon
Slide 24 - Quiz
Bekijk nogmaals bron 11. Welke fossiele brandstof zal het eerst opraken?
Slide 25 - Question ouverte
Voor het opwekken van energie maken we gebruik van fossiele brandstoffen maar ook steeds meer van duurzame energiebronnen (wind, zon, water). Geef een voordeel en een nadeel van het gebruik van duurzame energiebronnen.