Disco hs. 2 + 3

Disco hs. 2 + 3 - klas 1 Latijn
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Disco hs. 2 + 3 - klas 1 Latijn

Slide 1 - Diapositive

Cultuur
Wat weet je van de Romeinse goden?

Slide 2 - Diapositive

Welke god is er afgebeeld?
Apollo
Pluto
Mercurius

Slide 3 - Question de remorquage

Welke god is hier afgebeeld? Waarvan is hij de god?
Waaraan herken je hem?

Slide 4 - Carte mentale

Welke godin is hier afgebeeld? 
Waarvan is zij de godin?
Waaraan herken je haar?

Slide 5 - Carte mentale

Welke vogel hoort bij welke godin?

Slide 6 - Question de remorquage

Wie zijn de twee broers
van Jupiter?

Slide 7 - Carte mentale

Wie zijn de ouders
van Proserpina?

Slide 8 - Carte mentale

Wie zijn de god en godin
van de oorlog?

Slide 9 - Carte mentale

Wie zijn de zussen
van Jupiter?

Slide 10 - Carte mentale

Wat weet je allemaal
over Vulcanus?

Slide 11 - Carte mentale

Grammatica
Wat weet je van de
werkwoorden?

Slide 12 - Diapositive

Wat is de modus van:
vocat
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 13 - Quiz

Wat is de modus van:
esse
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 14 - Quiz

Wat is de modus van:
audite
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 15 - Quiz

Wat is de modus van:
ducunt
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 16 - Quiz

Wat is de modus van:
est
A
indicativus
B
imperativus
C
infinitivus

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je:
voca
A
ik roep
B
roep!
C
roepen

Slide 18 - Quiz

Hoe vertaal je:
terrent
A
bangmaken
B
hij/zij/het maakt bang
C
zij maken bang

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je:
sunt
A
zijn
B
hij/zij/het is
C
zij zijn

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je:
terrere
A
bangmaken
B
maak(t) bang!
C
zij maken bang

Slide 21 - Quiz

Hoe vertaal je:
audit
A
horen
B
hij/zij/het hoort
C
zij horen

Slide 22 - Quiz

Grammatica
Wat weet je van de
naamvallen?

Slide 23 - Diapositive

Welke functies horen bij 
welke naamvallen?
nominativus
accusativus
vocativus
onderwerp
bijw. bepaling
aanspreekvorm
lijdend vw.
naamw. deel v/h gezegde

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is de naamval van:
dominum
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 25 - Quiz

Wat is de naamval van:
rosa
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 26 - Quiz

Wat is de naamval van:
bella
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 27 - Quiz

Wat is de naamval van:
regem
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 28 - Quiz

Wat is de naamval van:
dominus
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 29 - Quiz

Wat is de naamval van:
rosas
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 30 - Quiz

Wat is de naamval van:
reges
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 31 - Quiz

Wat is de naamval van:
dominos
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 32 - Quiz

Wat is de naamval van:
rosam
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 33 - Quiz

Wat is de naamval van:
bellum
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 34 - Quiz

Wat is de naamval van:
nomina
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 35 - Quiz

Woordbetekenissen
Wat weet je van de Latijnse woordjes?

Slide 36 - Diapositive

Wat betekent:
deus

Slide 37 - Question ouverte

Wat betekent:
umbra

Slide 38 - Question ouverte

Wat betekent:
vivere

Slide 39 - Question ouverte

Wat betekent:
pater

Slide 40 - Question ouverte

Wat betekent:
ubi

Slide 41 - Question ouverte

Wat betekent:
puella

Slide 42 - Question ouverte

Wat betekent:
statim

Slide 43 - Question ouverte

Wat betekent:
videre

Slide 44 - Question ouverte

Wat betekent:
nam

Slide 45 - Question ouverte

Wat betekent:
regina

Slide 46 - Question ouverte

EINDE

Slide 47 - Diapositive