2H 6e ed. ch.3 Herhaling A t/m F

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Startopdracht:

Pak je boek en neem bron A t/m E nog eens door.

Over 5 minuten gaan we testen wat je nog weet van voor de vakantie.

Vocabulaire

Combineer de juiste woorden met elkaar

kledingstukken
in het Frans

kleuren in
het Frans

le centre commercial

la robe

la couleur

beau, belle

blanc

acheter

moche

le jean

Welk woord hoort er NIET bij?

1. gentil
2. beau
3. pas mal
4. terrible

Aanwijzend voornaamwoord

Kies de juiste vorm van het aanwijzend voornaamwoord 

(ce, cet, cette of ces)

Tu aimes (die) chaussures?

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

J'aime bien (deze) pull noir!

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

(Die) homme porte des baskets.

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

J'ai acheté (deze) belle robe.

1. ce
2. cette
3. ces
4. cet

Les nombres

Ken je de getallen t/m 1000?

Wat is de juiste vertaling van 41?

1. quarante-et-un
2. quarante-un
3. quarante et un
4. quatorze et un

Wat is de juiste vertaling van 90?

1. quatre-vingts-dix
2. quatre-vingt-dix
3. quatre vingt dix
4. nonante

Écrire

Schrijf hele zinnen! Hiermee laat je zien dat je klaar bent voor de tâche.

Vertaal: Zij draagt een wit t-shirt.

Vertaal: Hij houdt van deze blauwe spijkerbroek.

Vertaal: Wat wil je kopen?

Vertaal: Dat is niet duur.

Hoe ging dit?

😒🙁😐🙂😃

Décrire une personne

We gaan zo kijken naar de plaatjes die jullie voor de vakantie ingeleverd hebben. Werk samen met je tafelgroepje.

Noteer bij elk plaatje zoveel mogelijk goede Franse zinnen.

Denk aan de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord!

Het team met de meeste goede zinnen mag 5 minuten eerder pauze houden.

Quizlet

Oefen bron F.

Als je je voor de vakantie nog niet aangemeld hebt in onze Quizlet-klas dan kun je dat doen via de link in Classroom.

Huiswerk voor maandag:

leren F, herhalen A t/m E