Hoofdstuk 2 Schoonmaak en onderhoud

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

M&O Hoofdstuk 2

Schoonmaak en onderhoud

Startopdracht:

Pak je boek en maak hoofdstuk 1 af. Klaar? Maak de begrippenlijst van hoofdstuk 2

Planning:

• Veel theorie uitleg
• Theorie opdrachten maken
• Praktijkopdrachten met schoonmaakmiddelen

Doelstellingen:

Na dit hoofdstuk weet je meer over:

Hoe je moet schoonmaken;

Hoe vaak je moet schoonmaken;

Vuil;

Planning;

Etiketten;

Milieu bewust werken;

Ergonomisch werken;

Lezen inleiding:

Bladzijde: 111

Waarom schoonmaken?       

• Hygiëne
• Veiligheid
• Prettige sfeer
  
• Voorkomen van vergiftigingen
• Huishoudelijk schoon
• Onderhoudsmiddelen zorgen voor beschermlaag 
  

Waarom maak je schoon? 

• We maken thuis schoon omdat je in een rommelig huis niet tot rust komt en het is fijn als alles schoon en opgeruimd is. 
• Bovendien is het een stuk hygiënischer als alles opgeruimd is. 
• Schoonmaken thuis is echter niet te vergelijken met professioneel schoonmaken. 

2.3 professioneel schoonmaken

Op welke plek wordt er professioneel schoon gemaakt?

• Professioneel schoonmaken vereist een goede planning en reinheidseisen, die nageleefd moeten worden. 
• Maak schoon op de juiste momenten.
• Gebruik de juiste methodieken, materialen en middelen.

2.4. Schoonmaakplan

Planning

Als je een goed plan maakt ga je vanzelf efficiënt  werken. 

Wanneer je bij een cliënt gaat schoonmaken, 

bespreek dan met de cliënt de volgorde en wensen.

Schoonmaakplan

Wat je moet schoonmaken?

Wanneer je moet schoonmaken?

Hoe je moet schoonmaken?

Wie er moet schoonmaken?

2.5. Werkvolgorde 

Stoffen: droog vuil van kasten of tafels verwijderen.

Stofzuigen: droog vuil van de grond verwijderen.

Dweilen: aangekleefd vuil van de vloer verwijderen.

Ramen zemen.

Werkvolgorde:

• Werk van schoon naar vuil.
• Werk van hoog naar laag.
• Werk van droog naar nat.

Schoonmaakregel 1

Werk van schoon naar vuil.

Schoonmaakregel 2

Werk van hoog naar laag.

Schoonmaakregel 3

Werk van droog naar nat.

2.6 soorten vuil

Verschillende soorten vuil vereisen verschillende schoonmaakmiddelen en -technieken

Droog vuil: zand, hondenharen. (Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen.)

Aangekleefd vuil: modder, limonade, koffievlekken. (Emmer heet water met schoonmaakmiddel, boenen, schrobben en dweilen.)

Onzichtbaar vuil: bacteriën en schimmels in het toilet, douche en keuken. (Met schoonmaakmiddel desinfecteren.)

2.7 schoonmaak methoden en -materialen

Gebruik tijdens het schoonmaken de juiste middelen en materialen. 

Bijvoorbeeld:

Emmers. Doekjes. Schrobber.

Trekker. Zeem. Dweil.

Toiletborstel. Veger/bezem.

Stofzuiger. Mop.

Opdracht 2.09 (blz. 118)

Theorie (Vandaag)

Lezen: 2.1 t/m 2.7

Maken: 2.01 t/m 2.18

• 2.07 in classroom maken

Praktijk (Volgens afspraak docent) 

• Praktijkopdracht 2.1  A. (blz. 26) - invulopdracht
  
• Praktijkopdracht 2.1 B. (blz. 27) -  schoonmaak middelen bekijken bij de docent

• Praktijkopdracht 2.2 (blz. 29) - invulopdracht
  

• Praktijkopdracht 2.3-2.5 (blz. 30)
  Roulerend: Stofzuigen (2.3) raam schoonmaken (2.5)
  2.4 moppen demonstratie

• Praktijkopdracht 2.7 (blz. 36) - Evaluatie (invul)

• EXTRA: Praktijkopdracht 2.6 schoonmaakplan in classroom