Present Simple & Present Continuous LJ1

Present Simple & Present Continuous
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Present Simple & Present Continuous

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je zinnen 
in de present simple en 
in de present continuous vervoegen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is de past, de present
en de future?

Slide 3 - Question ouverte

Wat weet je nog van de present simple?

Slide 4 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de ps?
Als je het hebt over:
  • feiten
  • routines
  • gewoontes

Slide 5 - Diapositive

Wat is een feit?
Geef een voorbeeld.

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de ps?
Als je het hebt over:
  • feiten - dingen die waar zijn: de aarde draait om de zon.
  • routines - dingen die je altijd doet: tanden poetsen.
  • gewoontes - dingen die je vaak doet: zondags naar oma.

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak je hem?
Of je copy-paste het ww wat er al staat.
I ........ in Amersfoort (live) --> I live in Amersfoort.

Of

Je past de SHIT regel toe: She/He/It krijgt een S achter het ww
John ........ guitar. (play) --> John plays guitar.

Slide 8 - Diapositive

Susan ....... at Albert Heijn. (work)
A
work
B
works
C
working
D
worked

Slide 9 - Quiz

My parents ...... in New York. (live)
A
lives
B
lived
C
live
D
living

Slide 10 - Quiz

Water ... at 100º celcius. (boil)

Slide 11 - Question ouverte

Francine ..... Dua Lipa's music. (love)

Slide 12 - Question ouverte

My sister and I always ..... our grandparents on Sunday. (visit)
A
visiting
B
visited
C
visits
D
visit

Slide 13 - Quiz

Schrijf nu zelf zinnen in de ps
  1. we - cycle
  2. Sarah - read
  3. you - walk
  4. I - swim 
  5. John - talk
  6. Our dog - eat
  7. My cousins - play

Slide 14 - Diapositive

Do you have any questions about the present simple?

Slide 15 - Question ouverte

De present continuous
Om de present continuous te leren moet je het aller- aller - aller- aller- allerbelangrijkste werkwoord in de Engels taal goed kennen.
Dus die moeten we nog eerst even herhalen.

Slide 16 - Diapositive

Schrijf het ww to be uit. (dus in het Engels: ik ben, jij bent, hij is enzovoort)

Slide 17 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de pc?
Voor dingen die nu gebeuren gedurende een korte tijd.

John slaapt. --> John is sleeping. 

Want........ John ligt nu nog lekker in zijn bed te snurken, maar om 07:30 gaat de wekker en moet hij opstaan en naar school.

Slide 18 - Diapositive

Hoe maak je de pc?
De past continuous heeft  altijd 2 werkwoorden:
1. Een vorm van to be (am/are/is).
2. Een werkwoord waar we -ing achter plakken.

I am eating a sandwich. (eat)
She is reading a book. (read)
Greg and Jennifer are walking to school. (walk)

Slide 19 - Diapositive

My best friend and I ..... football
in the garden (play)
A
plays
B
are playing
C
am playing
D
is playing

Slide 20 - Quiz

The chicken ....... in the oven. (cook)
A
cook
B
are cooking
C
is cooking
D
am cooking

Slide 21 - Quiz

Mum and dad ...... in
the room next door. (sleep)

Slide 22 - Question ouverte

I ...... bitterballen with mustard. (eat)

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf nu zelf zinnen in de pc
  1. we - cycle
  2. Sarah - read
  3. you - walk
  4. I - swim 
  5. John - talk
  6. Our dog - eat
  7. My cousins - play

Slide 24 - Diapositive

Top: Wat ging er goed deze les?
Tip: Hoe kan ik deze les nog beter maken?

Slide 25 - Question ouverte

How well do you understand the present simple and the 💩 rule?
010

Slide 26 - Sondage

How well do you understand the present continuous?
010

Slide 27 - Sondage