Kiesrecht

Kiesrecht
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kiesrecht

Slide 1 - Diapositive

Planning van vandaag
- Nog even voorstellen
- Censuskiesrecht

- Wie, wanneer en waar ? We gaan stemmen

Slide 2 - Diapositive

Censuskiesrecht

Slide 3 - Diapositive

We gaan stemmen
Wie mag er stemmen? Lees de informatie over de persoon die jij speelt goed door.
- Wanneer jij denkt dat je mag stemmen ga je staan.

- We kijken wie er mochten stemmen en waarom. Noteer dit in je schrift
- Daarna het volgende jaartal.

Slide 4 - Diapositive

1848

Slide 5 - Diapositive

1848


De directeur en de notaris mochten stemmen.

Slide 6 - Diapositive

1848
- Nieuwe grondwet van Thorbecke
- Totaal mocht nog maar 11% van de bevolking stemmen.
- Je moest man zijn, ouder dan 23 jaar en genoeg geld hebben.
- Het geld werd gecontroleerd door de hoeveelheid belasting je betaalde.
- Dit noemen we censuskiesrecht en hierdoor stemde alleen de hoge burgerij.
- Je mocht dit alleen als Nederlandse staatsburger

Slide 7 - Diapositive

- In Suriname is sinds 1865 een volksvertegenwoordiging, namelijk de Koloniale Staten. 
-  In 1887 werd de Nederlandse grondwet al gewijzigd. Om te mogen stemmen in Nederland hoef je nu niet langer rijk te zijn, maar moet je
‘aantoonbaar geschikt’ zijn voor deze belangrijke taak. Caoutchouc- artikel.
- Hierdoor is het censuskiesrecht afgeschaft.


Slide 8 - Diapositive

1896

Slide 9 - Diapositive

1896

De eigenaar van het boerenbedrijf, de officier van de politie, de winkelier, de bakker, de schilder, de ploegleider in de fabriek en de havenmeester mogen nu ook stemmen.

Slide 10 - Diapositive

1896
- Je moet nu een man zijn van 25 jaar of ouder.
- Je moet bijvoorbeeld een diploma of examen hebben gehaald, een eigen (huur) woning hebben  of veel loon of veel spaargeld hebben.
- Belasting betalen telt nog steeds mee
- 49% van de mannen mag nu stemmen.

- 2% van de bevolking uit Suriname mag stemmen op de Koloniale Staten.

Slide 11 - Diapositive

1917

Slide 12 - Diapositive

1917

Vanaf 1917 mogen in Nederland ook de fabrieksarbeider, de textielarbeider,
de stalknecht en de visser stemmen.

Slide 13 - Diapositive

1917
-  Alle Nederlandse mannen van 25 jaar of ouder stemrecht krijgen. Actief en passief kiesrecht.
- Vrouwen mogen zelf nog niet stemmen, maar vanaf 1917 wel worden gekozen in de Tweede Kamer. Passief kiesrecht.
- Deze nieuwe regels gelden in Nederland, niet in de toenmalige koloniën. Daar mogen alleen Nederlandse staatsburgers stemmen voor de Tweede Kamer.

Slide 14 - Diapositive

1919

Slide 15 - Diapositive

1919

Vanaf 1919 mogen in Nederland ook de barones, de kunstenares, de winkeleigenares, de verkoopster, de serveerster, de au-pair, de werkster (35 jaar),de lerares, de boerin, de huisvrouw en de gepensioneerde dame stemmen.

Slide 16 - Diapositive

1919
- Vanaf dit moment is er algemeen kiesrecht voor Nederlandse staatsburgers. 
- Net als mannen moeten vrouwen ook 25 jaar of ouder zijn om te mogen stemmen.

Slide 17 - Diapositive

1948

Slide 18 - Diapositive

1948

In 1948 mogen ook de markthandelaar, de visverkoopster en de leraar stemmen.
Zij zijn burgers van Suriname, de toenmalige Nederlandse Antillen en Indonesië

Slide 19 - Diapositive

1948
- Suriname en Curaçao ondertussen algemeen kiesrecht.

- Voormalig Indonesië had nog de eisen over kunnen lezen en schrijven en het betalen van belasting.
- Deze eisen bleven bestaan tot de onafhankelijkheid.

Slide 20 - Diapositive

Nu

Slide 21 - Diapositive

Nu

Nu mogen ook de textielarbeidster, de werkster (20 jaar) en de havenarbeider stemmen. 

Slide 22 - Diapositive

- De leeftijd om te mogen stemmen is in stappen verlaagd.
- 23 jaar (in 1946)
- 21 jaar (in 1965)
- 18 jaar (1972)

- In 1970 is in Nederland de opkomstplicht afgeschaft. Sindsdien is stemmen een recht en geen plicht.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo