3-bb 2.4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Yarnstorming

Doel van de dag

Je kan uitleggen wat yarnstorming is

Je hebt de opdrachten tot en met 31 af.

Opdracht 

Werkboek pagina 78

opdracht 28

5 minuten

Klaar? neem de woorden door op pagina 78

Opdracht 

Werkboek pagina 80

opdracht 29-30

Exercise 29

Opdracht

Werkboek pagina 81

opdracht 31

Hulp: werkboek pagina 79

Planning

- Opdracht van vorige les nakijken

- Doel van de les bespreken

Doel van de dag

Je kan can / can't gebruiken in een zin

Nakijken

Werkboek pagina 81

opdracht 31

Hulp: werkboek pagina 79

7 minuten

Can & can't

Explanation can & can't

'can' betekent 'kunnen' of 'mogen'

'can't' betekent 'niet kunnen' of 'niet mogen'

'can't' is kort voor 'cannot'

Example (voorbeeld)

I can speak English. = Ik kan Engels spreken.

I can't speak English. = Ik kan geen Engels spreken.

Wat betekent 'can'?

1. kunnen
2. nodig hebben
3. moeten
4. mogen

Wat betekent 'can't'?

1. niet mogen
2. kunnen
3. niet kunnen
4. niet mogen OF niet kunnen

Een vraag stellen

Bij vragen staat 'can' vooraan in de zin.

Can you help me?

Can you speak English?

Waar staat 'can' in een vraagzin?

1. vooraan
2. achteraan
3. leguaan
4. in het midden

Exercise

vul steeds can OF can't in.

A snake _____ jump.

Beyoncé _____ sing.

Birds _____ fly.

She _____ ride a bike.

You _____ swim here.

Uitspraak

H aan het begin van veel woorden spreek je de letter niet uit.

- hour

W je spreek de letter niet uit als deze gevolgd wordt door een r.

- wrong

Gh als deze voor een t staan of aan het einde van woorden staan

- thought

K spreek je niet uit als deze gevolgd wordt door een n: know

Opdracht

Werkboek pagina 82

opdracht 33-34

Klaar? boekopdracht afmaken