1A-1GL-wo 18 jan - Wi-GR13-H7.12 omrekenen eenheden van lengte
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
millimeter
B
hectometer
C
centimeter
D
decimeter
Slide 3 - Quiz
0,005 km = ....... centimeter
A
0,5
B
50
C
500
D
5000
Slide 4 - Quiz
1 cm = ............ mm
A
10
B
100
C
0,1
D
1000
Slide 5 - Quiz
Wat betekent de afkorting 'hm'?
A
hectometer
B
hele meter
C
H&M
D
kilometer
Slide 6 - Quiz
Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
decameter
B
decimeter
C
millimeter
D
hectometer
Slide 7 - Quiz
Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.
Slide 8 - Question de remorquage
decameter en decimeter zijn eenheden van...
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht
Slide 9 - Quiz
44 cm = ........ m
A
440 m
B
4,4 m
C
0,44 m
D
44 m
Slide 10 - Quiz
Dm is de afkorting van
A
Decumeter
B
Decometer
C
Decimeter
D
Decameter
Slide 11 - Quiz
Welke lengte eenheden missen in dit rijtje?
km - ... - dam - m - dm - ... - mm
km - ... - dam - m - dm - ... - mm
A
hm - dm
B
cm - mm
C
hm - cm
D
hm - mm
Slide 12 - Quiz
0,33 dam = ........... cm
A
0.033
B
0.0033
C
33
D
330
Slide 13 - Quiz
De hardlopers lopen 1 kilometer. Hoeveel meter is dat?
A
1 meter
B
10 meter
C
100 meter
D
1000 meter
Slide 14 - Quiz
TOP GEWERKT!
Hoe denk je dat je de stof nu begrijpt?
A
HEEL GOED
B
GOED
C
REDELIJK
D
NIET GOED
