NN6 HV2 - Oefentoets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Huiswerk

Dinsdag 6 december:

Toets Gram. Zinsdelen H2, H3, H5, H6

Zinsdelen

• persoonsvorm (pv)

     tijdproef, getalproef (vraagzin)

• onderwerp (ow)

      Wie/(wat) + pv?

• werkwoordelijk gezegde (wg)

     zegt wat het onderwerp (iets of              iemand) doet

• lijdend voorwerp (lv)
  

     Wat/Wie + wg + ow ?

• naamwoordelijk gezegde (ng)
  

     zegt wat het onderwerp (iets of iemand) is

        - werkwoordelijk deel: 9       

           koppelwerkwoorden

        - naamwoordelijk deel: zet je tussen haken

• meewerkend voorwerp (mv)

     Aan/Voor wie + wg + ow + lv?

• bijwoordelijke bepaling (bwb)

     Overige ww in de zin. Geeft antwoord op       

     vragen als: Waar?, Wanneer?, Hoe?. enz. 

H5: Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 

Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Samengevat

Hoofdzin:

Pv en ow naast elkaar

Pv staat vooraan

Bijzin:

Pv en ow niet naast elkaar

Pv staat achteraan.

H6: Zinsdeelzinnen

Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. Je zet dan strepen om de bijzin. Dit is één zinsdeel.

Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.

H6: Zinsdeelzinnen

De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:

• onderwerpszin (ow-zin)
• lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
• meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
• bijwoordelijke bepalingszin (bwb-zin), 'bijwoordelijke bijzin'

Oefenen!

Maak de oefentoets.

Klaar? Maak een samenvatting of leren. 

Oefenen!

Maak de oefentoets, leren voor de toets, lezen uit je leesboek.

Huiswerk

Dinsdag 6 december:

Toets Gram. Zinsdelen H2, H3, H5, H6