Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Bespreken huiswerk
Zinsdeelzinnen herkennen en benoemen
Slide 1 - Diapositive
Bespreken huiswerk
Opdracht 2 tm 4 op bladzijde 223.
Slide 2 - Diapositive
Herhalen
Slide 3 - Diapositive
Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.
Slide 4 - Diapositive
Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
Heeft Herman Brood dit museum ooit een van zijn schilderijen geschonken?
Slide 5 - Diapositive
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Slide 6 - Diapositive
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
VB: Evelien werkt bij de bakker.
Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm
VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes.
Slide 7 - Diapositive
Daniël had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 8 - Quiz
Mattia heeft zijn tas al ingepakt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 9 - Quiz
Hoofd- en bijzinnen
Als een zin twee persoonsvormen heeft, is het een samengestelde zin. Deze samengestelde zin bestaat uit hoofdzinnen of hoofd- en bijzinnen.
Slide 10 - Diapositive
Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan
Staat vooraan als je de zin vragend maakt.
Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.
Slide 11 - Diapositive
Toen de zomervakantie dichtbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ
Slide 12 - Quiz
Daniël had zich opnieuw verslapen, want hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ
Slide 13 - Quiz
Maakt deze nieuwe sport een kans?
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ
Slide 14 - Quiz
Zinsdeelzinnen
Slide 15 - Diapositive
Wat is het verschil tussen beide zinnen?
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws.
Mijn vriend Nick vertelde mij dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
Slide 16 - Diapositive
Verschil:
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws.
Enkelvoudige zin.
Mijn vriend Nick vertelde mij dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
Samengestelde zin
Slide 17 - Diapositive
Is er iets hetzelfde?
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws.
Mijn vriend Nick vertelde mij dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
Slide 18 - Diapositive
Even ontleden
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws.
Slide 19 - Diapositive
Even ontleden
Mijn vriend Nick vertelde mij
dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
Wat doen we met de bijzin?
Slide 20 - Diapositive
Even ontleden
Mijn vriend Nick vertelde mij
dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
De bijzin ontleden wij niet.
Deze benoemen we alleen.
Slide 21 - Diapositive
Terug naar de eerste zin
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws. > lv
Wat is dat geweldige nieuws?
dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland.
Slide 22 - Diapositive
Terug naar de eerste zin
Mijn vriend Nick vertelde mij geweldig nieuws. > lv
dat hij vertrekt naar Nieuw-Zeeland
=
zinsdeelzin
Slide 23 - Diapositive
Zinsdeelzinnen
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. De bijzin is één zinsdeel.
Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.