Getallen H3.
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent Som?
A
Vermenigvuldigen
B
Delen
C
Optellen
D
Aftrekken
Slide 2 - Quiz
Wat betekent product?
A
Vermenigvuldigen
B
Aftrekken
C
Delen
D
Optellen
Slide 3 - Quiz
Wat betekent verschil?
A
Vermenigvuldigen
B
Aftrekken
C
Optellen
D
Delen
Slide 4 - Quiz
Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.
2
3
4
7
6
5
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Tienden
Honderdsten
Eenheid
Slide 5 - Question de remorquage
Zet de getallen klein naar groot
1
2
3
4
5
6
7
6,98
7,091
6,905
7,91
6,019
7,109
6,59
Slide 6 - Question de remorquage
Uitkomst van 2 opgetelde getallen
Uitkomst van twee getallen die je aftrekt
Uitkomst van twee vermenigvuldigde getallen
Uitkomst van twee gedeelde getallen
Som
Quotiënt
Verschil
Product
Slide 7 - Question de remorquage
x
:
+
-
Product
Som
Quotiënt
Verschil
Slide 8 - Question de remorquage
Sleep het in de goede volgorde
1
2
3
Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
Optellen en aftrekken van links naar rechts
Slide 9 - Question de remorquage
Schuif de breuk naar het juiste decimale getal
Kader
8.07
8,7
4,2
4,4
3,1
3,05
6,19
6,38
Slide 10 - Question de remorquage
Afronden
Rond je het getal af naar beneden of naar boven?
BENEDEN
BOVEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Slide 11 - Question de remorquage
Onderstaande getallen zijn afgerond op 2 decimalen. Match het getal met de juiste afronding
16, 28
16,25
16,23
16, 275831
16,247932
16,231276
Slide 12 - Question de remorquage
8,4597
Afronden op twee decimalen
Afronden op drie decimalen
Afronden op één decimaal
Afronden op gehelen
8,5
8
8,4
8,45
8,44
8,46
8,460
8,459
