Thema 2 - dag 5

• NT2
• Basisschool
• Groep 1

Thema 2

bellen en mailen

moeilijk

• kost veel moeite
• lastig
• niet makkelijk 
• zin: Deze sommen zijn moeilijk.
• zin: Netjes werken is moeilijk.

moeten

• nodig
• verplicht
• ik moet - wij moeten
• zin: Wij moeten elke dag naar school.
• zin: Ik moet goed mijn best doen. 

morgen

• de dag na vandaag 
• zin: Ik ga morgen  verhuizen.
• zin: Morgen ben ik jarig.

de ochtend

• begin van de dag
• tussen nacht en middag
• de ochtend - de ochtenden
• zin: Ik begin de ochtend met een ontbijt.
• zin: Deze ochtend is erg koud. 

de opdracht

• taak die je krijgt
• moet je maken of doen
• de opdracht - de opdrachten
• zin: Ik maak morgen twee opdrachten.
• zin: De opdracht is klaar. 

Als ik naar school ga is het ....................

1. ochtend
2. nacht
3. avond
4. middag

Maak een zin.
Gebruik:
opdracht

Ik weet echt niet hoe dat moet.
Het is heel ................

1. laat
2. moeilijk
3. makkelijk
4. vies

Ik ga eerst slapen.
Dan ga ik ................. verder.

1. in 2022
2. morgen
3. gister
4. vandaag

Wat moet jij?