Marktvormen, de vier marktvormen

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Een kenmerk van Volkomen concurrentie is:

1. Veel aanbieders, weinig vragers
2. Vrije toe- en uittreding

Een andere naam voor Volkomen concurrentie is:

1. Volledige mededinging
2. Onvolkomen concurrentie
3. Monopolie

TO = 560q
TK = 30q + 340

MO =

1. 340
2. 30q
3. 560

TO = 560q
TK = 30q + 340

MK =

1. 30
2. 30q
3. 340

MO = 560 en MK = 30
voor maximale winst moet de ondernemer........

1. blijven produceren totdat hij/zij erbij neervalt
2. blijven produceren totdat de productiecapaciteit is bereikt
3. blijven produceren

MO = 500 en MK = 0,02q
bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?

1. q = 500
2. q = 10000
3. q = 25.000

Berekening maximale winst MO=MK

MO = 500 en MK = 0,02q

bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?

MO=MK

500 = 0,02q

q = 500/0,02 = 25.000

q = 25.000 stuks

Wat wordt er bedoeld met heterogene goederen?

1. Goederen die gelijk zijn in de ogen van de consument
2. Goederen die verschillen in de ogen van de consument
3. Goederen die elkaar aanvullen

Noem een overeenkomst tussen een volkomen concurrentie en een monopolistische concurrentie:

1. Veel aanbieders en vrije toe- en uitreding
2. Weinig vragers en vrije- toe en uitreding
3. Veel aanbieders en beperkte toe- en uittreding

Wat is er 'monopolistisch' aan de marktvorm monopolistische concurrentie?

1. Er is maar één aanbieder
2. De consument heeft maar keuze uit één product
3. De ondernemer is monopolist voor zijn eigen product en klantenkring

Welke ondernemingen kunnen voorbeelden zijn van een oligopolie?

1. supermarkt en autofabrikant
2. supermarkt en H&M
3. computerfabrikant en H&M

Waarom is het moeilijk om als aanbieder een oligopolie te betreden?

1. veel diploma's nodig
2. Veel kennis en kapitaal nodig
3. het is helemaal niet moeilijk om toe te treden tot een oligopolie

Dit is een voorbeeld van ?

1. prijsdiscriminatie
2. prijsdifferentiatie
3. productdifferentiatie

Productdifferentiatie

Bedrijven proberen hun producten te onderscheiden ten opzichte van concurrenten. Door middel van productkenmerken zoals het merk, de verpakking, kwaliteit en (extra) functionaliteit. Producten worden hierdoor verschillend in de ogen van de consument (heterogeen).

Dit is een voorbeeld van ?

50 euro en 15 euro

1. prijsdiscriminatie
2. prijsdifferentiatie
3. productdifferentiatie

Prijsdifferentiatie

Voor een vergelijkbaar maar verschillend product een verschillende prijs vragen. Verschillen in bijvoorbeeld plaats, tijd en uitvoering. Voorbeeld: theaterkaartjes voor de 1e versus de 2e rang.

Het product is 'anders'. 

Dit is een voorbeeld van ?

1. prijsdiscriminatie
2. prijsdifferentiatie
3. productdifferentiatie

Prijsdiscriminatie

Het vragen van verschillende prijzen voor hetzelfde product aan verschillende klanten (terwijl er geen verschil is in kosten). Denk aan: kinderkorting (bij OV).

De klant is 'anders'.