Lesbrief Marktgedrag samenvatting

Lesbrief marktgedrag herhalen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Lesbrief marktgedrag herhalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktvormen
Verschillende markten hebben verschillende eigenschappen.

Deze moet je goed kennen; gaan we in de verschillende hoofdstukken behandelen

In hoofdstuk 1: volkomen concurrentie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formules Gemiddelde:
GVK = gemiddelde variabele kosten GCK = gemiddelde constante kosten
1. Gemiddelde variabele kosten = GVK =
2. Gemiddelde constante kosten = GCK =
3. Gemiddelde totale kosten = GTK =
4. Gemiddelde winst = GW =
5. Gemiddelde opbrengst = GO =

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Formules Totaal:
GVK = gemiddelde variabele kosten GCK = gemiddelde constante kosten
1. Totale opbrengst = TO =
2. Totale variabele kosten = TVK =
3. Totale constante kosten = TCK =
4. Totale kosten = TK =

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is de winst maximaal
A
P - GTK
B
(P - GTK) * q
C
MO = MK
D
MW = > 0

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volkomen concurrentie
P
GO
MO
MK
GTK

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is nu de maximale winst?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke letters?
A
ACHJ
B
ACEG
C
ARHI
D
AHRI

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MK = afgeleiden van TK
TK = 13Q + 45.
Wat is MK?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

volkomen concurrentie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is hier sprake van volkomen concurrentie?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Transparantie is laag
Bijvoorbeeld:
Designwinkels
Kledingspeciaalzaken
Dierenspeciaalzaak

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maximale winst bij een markt van volkomen concurrentie. 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monopolistische concurrentie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij  
monopolistische concurrentie?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
groene lijn
B
blauwe lijn
C
rode lijn
D
staat er niet bij

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Monopolistische concurrentie verschilt van volledige mededinging. Dat verschil is, dat monopolistische concurrentie ..... .
A
Toetreding van nieuwe aanbieders
B
Maar 1 aanbieder aanwezig
C
Geen transparante markt is
D
Heterogeen product verkoopt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er bij het aanbieden van 4G abonnementen sprake van van heterogeen oligopolie of homogeen oligopolie?
A
Homogeen oligopolie
B
Heterogeen oligopolie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oligopolie
Homogeen oligopolie
  • Klanten letten op prijs
  • Benzine, elektriciteit, internet

Heterogeen oligopolie
  • Concurreren op product, service
  • Telefoon(toestel), auto's, banken

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee beweringen over homogeen/heterogeen oligopolie.

I. Bij heterogeen oligopolie kan beter op prijs geconcurreerd worden dan bij homogeen oligopolie.
II. Bij heterogeen oligopolie hebben de bedrijven meer voordeel van een kartel dan bij homogeen oligopolie.
A
Beide zijn goed
B
1 is goed en 2 is fout
C
1 is fout en 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Monopolie
A
Eén aanbieder en een homogeen product
B
Weinig aanbieders en een heterogeen product
C
Veel aanbieders en een homogeen product
D
Eén aanbieder en een heterogeen product

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktvormen II
Monopolie
  • Enige verkoper van een product of dienst
  • Eén aanbieder en veel vragers
  • Wil andere bedrijven buiten de deur houden
       (anders geen Monopolie) 

Slide 30 - Diapositive

Bij Monopolie is  dus helemaal geen concurrentie
Monopolie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij een 
monopolie?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
groene lijn
B
blauwe lijn
C
rode lijn
D
staat er niet bij

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions