H3 Lezen hfst 1 en 2, NN 6e Tekstructuren en herhaling H2
H3C: Leesvaardigheid NN6
Hoofdstukken 1 en 2
Vaste tekststructuren
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
H3C: Leesvaardigheid NN6
Hoofdstukken 1 en 2
Vaste tekststructuren
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je nog van leesvaardigheid van vorig schooljaar?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Vidéo
Leerdoelen:
Je zou nu moeten kunnen:
herkennen welke (vaste) tekststructuur de tekst heeft.
de tekst opdelen in betekenisvolle stukken en
de functie van deze stukken benoemen (inl/midden/slot) .
Slide 4 - Diapositive
Noem de tekststructuren die je kent?
Slide 5 - Question ouverte
Vaste tekststructuren
De meeste teksten hebben een inleiding, een middenstuk en een slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur.
probleem-oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden-heden-(toekomst)structuur
Cette vidéo n'est plus disponible
Slide 6 - Diapositive
Hoe is de tekststructuur probleem-oplossing opgebouwd?
Slide 7 - Question ouverte
probleem-oplossingsstructuur
inleiding
probleem (+gevolgen)
middenstuk
gevolgen (waardoor is het een probleem? wat merk je ervan?)
oorzaken
oplossingen
slot
de beste oplossing
Slide 8 - Diapositive
Hoe is de tekststructuur Verklaringsstructuur opgebouwd?
Slide 9 - Question ouverte
verklaringsstructuur
inleiding
middenstuk
samenvatting of conclusie
inleiding
verschijnsel
middenstuk
kenmerken / voorbeelden
verklaringen / oorzaken / redenen
slot
Slide 10 - Diapositive
Hoe is de tekststructuur verleden-heden-toekomst opgebouwd?
Slide 11 - Question ouverte
verleden-heden-(toekomst)structuur
inleiding
middenstuk
inleiding
introductie onderwerp
middenstuk
situatie vroeger
situatie nu / ontwikkeling vroeger-nu
slot
conclusie of toekomstvoorspelling
Slide 12 - Diapositive
De tekststructuur waarbij de inleiding begint met een probleen, het middenstuk bestaat uit gevolgen, oorzaken, oplossingen en het slot bestaat uit de beste oplossing noem je een...............................structuur
A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
verleden-heden-(toekomst) structuur
Slide 13 - Quiz
De tekststructuur waarbij de inleiding begint met een verschijnsel, het middenstuk bestaat uit kenmerken en voorbeelden en het slot bestaat uit een samenvatting of conclusie noem je ......structuur
A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
verleden-heden-(toekomst) structuur
Slide 14 - Quiz
antwoord
argument
onderdelen
situatie nu
oplossing
verklaring(en)
voor- en nadelen
vraag
standpunt
samengesteld geheel
situatie vroeger
verschijnsel
vraag/stelling
probleem
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Vidéo
Hoofdzaken vind je...
A
inleiding, slot
B
inleiding, kernzinnen, slot
C
inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk, kernzinnen
Slide 17 - Quiz
Inleiding of slot?
Een conclusie trekken
A
Inleiding
B
Slot
Slide 18 - Quiz
Inleiding of slot?
Een wens uitspreken.
A
Inleiding
B
Slot
Slide 19 - Quiz
Inleiding of slot?
Een herkenbaar, grappig of opvallend verhaaltje vertellen.
A
Inleiding
B
Slot
Slide 20 - Quiz
Inleiding of slot?
Een advies of oproep doen aan de kijker/luisteraar
A
Inleiding
B
Slot
Slide 21 - Quiz
Functies van inleiding en slot
Inleiding
Slot
Het onderwerp noemen of beschrijven
Aanleiding noemen
Centrale vraag stellen
Mening schrijver geven
Samenvatting inhoud geven
Persoon/personen introduceren
Conclusie of samenvatting geven
Advies of waarschuwing geven
Toekomstverwachting uitspreken
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Diapositive
Ik denk dat ik goed voorbereid ben op de leestoets over hoofdstukken 1 en 2