H2.1 Klimaten en plantengroei

H2 'Wonen en werken in een wereld'


cursus 2.1 'klimaten en plantengroei'


Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H2 'Wonen en werken in een wereld'


cursus 2.1 'klimaten en plantengroei'


Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 2.1
  •  Je kunt de 5 klimaatzones benoemen.


  • Je kunt 2 van de 3 oorzaken benoemen waardoor klimaten verschillen.

 

  • Je kunt de 5 plantenzones benoemen.


  • Extra: Je kunt bij elke klimaatgebied de juiste plantenzone noemen.

Slide 3 - Diapositive

Waarom zijn er verschillende klimaten?

Slide 4 - Question ouverte

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 5 - Diapositive

Klimaatverschillen

3 oorzaken:

  1. Verschil in breedte ligging
  2. Ligging dichtbij of ver weg van de zee
  3. Verschil in hoogteligging

Slide 6 - Diapositive

Verschil in breedte- ligging

Slide 7 - Diapositive

Dichtbij of ver van de zee

Slide 8 - Diapositive

Hoogteligging
Met elke 1000 meter die je stijgt daalt de temperatuur met 6 graden.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De 5 klimaatgebieden:
  1. Tropische klimaten (warm en veel neerslag)
  2. Droge klimaten (weinig neerslag)
  3. Zeeklimaten (zachte winters en koele zomers)
  4. Landklimaten (warme zomers en koude winters)
  5. Koud klimaat (vriest vaak)

Slide 11 - Diapositive

Klimaatgebieden

Scan de QR-code en maak de opdracht.




Ben je klaar, maak dan opdr. 5 op blz. 52

Slide 12 - Diapositive

Plantenzones
  1. Tropisch regenwoud
  2. Steppe en woestijn
  3. Loofbos
  4. Naaldbos
  5. Toendra en ijs

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 2.1 blz. 50 t/m 54 opdr. 2, 4, 5, 7, 8, 10
  • Begrippen en betekenissen
  • Nakijken


Klaar:

  • Alle opdr. die je nog niet gemaakt hebt.
  • Verdieping blz. 76, 77
  • Topografie blz. 78, 79

Slide 14 - Diapositive

Evaluatie Lesdoelen 2.1
  • Je kunt de 5 klimaatgebieden benoemen.


  • Je kunt 2 van de 3 oorzaken benoemen waardoor klimaten verschillen.

 

  • Je kunt de 5 plantenzones benoemen.


  • Extra: Je kunt bij elke klimaatgebied de juiste plantenzone noemen.

Slide 15 - Diapositive