Grammatica: vervolg werkwoordelijk & naamwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

WELKOM

bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok

[e-mail]

leestijd

Wat gaan we doen?

• filmpje: hoe leren kinderen hun moedertaal?
  
• bespreken huiswerk
  
• terugblik werkwoordelijk & naamwoordelijk gezegde
• veel oefenen!

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde (of wg) bestaat uit de persoonsvorm en alle andere werkwoorden uit de zin.

voorbeeld:

Ik heb een jas gekocht

Bekijken antwoorden huiswerk

Moeilijke zin:

Door het geven van dit gebakje wens je de ander een hoge positie in het nieuwe jaar toe.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Bekijken antwoorden huiswerk

Moeilijke zin:

Door het geven van dit gebakje wens je de ander een hoge positie in het nieuwe jaar toe.

= wg

Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde (of ng) bestaat uit twee delen:

- het werkwoordelijk deel met alleen werkwoorden.

- het naamwoordelijk deel (zegt iets over het onderwerp)

De mensen zijn aardig.

Nog moeite met het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp of de persoonsvorm?

Maak: onderdeel H: extra oefenen bij paragraaf 2.2

Toe aan het naamwoordelijk gezegde?

Maken uit Cambiumned (programma onderaan in learnbeat): 

11. Grammatica/ 11.2 zinsdelen/

E: naamwoordelijk gezegde , oefening 2 t/m 8

Ook daar mee klaar? Ga verder met de rest. 

Volgende keer

Lezen: 

- paragraaf 2.9 lijdendvoorwerp (alleen jaar 1 en ook het groene blokje 1+)

- paragraaf 2.10 meewerkend voorwerp (alleen jaar 1 en ook de groene blokjes 1+)