Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Biologie gaat over mensen, dieren, planten en hun omgeving.
Organisme = alles wat leeft
Organisme kun je:
Waarnemen = kijken, ruiken, voelen, horen en soms zelfs proeven.
Als je waarneemt, dan kijk je naar de kenmerken van een organisme.
Kenmerken = eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen.
Beschrijving = de belangrijkste eigenschappen, kenmerken van een organisme opschrijven
Beschrijving= in woorden de belangrijkste eigenschappen/kenmerken
van een organisme vertellen/ opschrijven.
Je kunt waarnemingen ook tekenen:
Op 2 manieren:
Natuurgetrouw = precies wat je ziet
Schematisch= belangrijkste onderdelen
Beschrijving= in woorden de belangrijkste eigenschappen/kenmerken
van een organisme vertellen/ opschrijven.
Je kunt waarnemingen ook tekenen:
Op 2 manieren:
Natuurgetrouw = precies wat je ziet
Schematisch= belangrijkste onderdelen
Beschrijving= in woorden de belangrijkste eigenschappen/kenmerken
van een organisme vertellen/ opschrijven.
Je kunt waarnemingen ook tekenen:
Op 2 manieren:
Natuurgetrouw = precies wat je ziet
Schematisch= belangrijkste onderdelen
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.