Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en
lamp - lampen
mes - messen
weg - wegen
kaas - kazen
Soms moet je het woord een beetje aanpassen
Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v
raaf + f/v + en = raven
brief + f/v + en = brieven
golf + f/v + en = golven
Bij woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)
fee = feeën
knie = knieën
bacterie = bacteriën
porie = poriën