Les 4; Voeding in andere culturen

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Programma:

1. Het belang van persoonsgerichte zorg.
2. Voedingsquiz
3. Zelfonderzoek: Voeding en cultuur.
4. Verdiepen in verschillende culturen. 

Waar denk je aan bij het woord: "Persoonsgerichte zorg"

Persoonsgerichte zorg

De verzorgende moet goed omgaan met diversiteit. 

De verzorgende: 

- Moet aansluiten bij de individuele (en diverse) behoeften van de zorgvrager.

- Bewust zijn van culturele achtergrond en leefstijl van de zorgvrager. 

- moet leren omgaan met verschillen.

- moet mogelijk zijn/haar houding en manier van communiceren aanpassen. 

Basishouding:

• Je zult je als verzorgende dus moeten verdiepen in de levensgeschiedenis, de leefstijl en de cultuur van de zorgvrager.
  
  
• Niet oordelende houding (Parkeer je OMA). 

Cultureel bewustzijn: 

Betekent letterlijk: "een besef dat mensen hun denken, handelen en zijn wordt beïnvloed door factoren als sociale klasse, culturele achtergrond, etniciteit en taal"

Waarom is 'cultureel bewustzijn' van belang: Dan kunnen zij op een passende wijze zorg verlenen aan cliënten met allerlei culturele achtergronden en leefstijlen.

Wat moet je hiervoor doen? 

• Zelfonderzoek: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is mijn cultuur en culturele identiteit? Heb ik misschien vooroordelen, denk ik in stereotypen, etc. 
• Verdiepen in verschillende culturen en leefstijlen. 

 Zelfonderzoek: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is mijn cultuur en culturele identiteit? Heb ik misschien vooroordelen, denk ik in stereotypen, etc. 

Cultureel bewustzijn: 

Betekent letterlijk: "een besef dat mensen hun denken, handelen en zijn wordt beïnvloed door factoren als sociale klasse, culturele achtergrond, etniciteit en taal"

Waarom is 'cultureel bewustzijn' van belang: Dan kunnen zij op een passende wijze zorg verlenen aan cliënten met allerlei culturele achtergronden en leefstijlen.

Wat moet je hiervoor doen? 

• Zelfonderzoek: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is mijn cultuur en culturele identiteit? Heb ik misschien vooroordelen, denk ik in stereotypen, etc. 
• Verdiepen in verschillende culturen en leefstijlen. 

 Zelfonderzoek: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is mijn cultuur en culturele identiteit? Heb ik misschien vooroordelen, denk ik in stereotypen, etc. 

Wat is eetcultuur? 

• Waar denk je aan bij ‘voeding / eten’.

• Waarom eet jij? 

• Waar denk je nog meer aan bij eten.

Dhr. Abdoulah heeft een Islamitische achtergrond. Wat mag dhr. niet eten?

1. Rundervink
2. Vruchtensap
3. Hamlapje
4. Margarine met plantaardig vet.

Vanuit de traditie in het katholicisme eten mensen op vrijdag vis.

1. Waar
2. niet waar

In welke cultuur is het belangrijk dat voedsel koosjer is?

1. De Nederlandse cultuur
2. De Arabische cultuur
3. De Joodse cultuur
4. Franse cultuur.

Wat betekent koosjer?

Couscous is een typisch Marokkaans gerecht.

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn vleesvervangers die je zou kunnen kopen voor een vegetarische zorgvrager.

Wat houdt een Mediteraans voedingspatroon in?

Wat betekent het begrip: Flexitariër

1. Als je minstens één dag in de week geen vlees of vis eet.
2. Als je minstens drie dagen in de week geen vis of vlees eet.
3. Als je 1 keer in de week vlees of vis eet.
4. Als je geen vlees of vis eet.

Opdracht 1: Zelfonderzoek.

Wat: Maak een mindmap over jouw eetcultuur.

Wie: Individueel

Hoe: Maak een mindmap a.d.h.v. de vragen in de opdracht. 

Tijd: 20 minuten

Klaar: We bespreken het na.

Welke verschillende eetculturen zien jullie op jullie stageplaats? 

Opdracht 2: Verdiepen in verschillende culturen 

Wat: Lees de opdracht en bedenk je of je vragen hebt. 

Hoe: In stilte 

Tijd: 3 minuten 

Klaar: Vragen bespreken en aan de slag.