Herhaling woorden van de week - thema 7
1 / 21
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
timer
1:30
Wat zag je op het plaatje?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is dit?
A
woonen
B
wonen
C
wonnen
D
wanen
Slide 4 - Quiz
Wat is dit?
A
Geod
B
Niet geod
C
Niet goed
D
goed
Slide 5 - Quiz
Wat is dit?
A
het pijn
B
de pjin
C
de pijn
D
de pijm
Slide 6 - Quiz
Wat is dit?
A
lezen
B
schrijven
C
luisteren
D
zoeken
Slide 7 - Quiz
Wat is dit?
A
helpen
B
schrijven
C
poetsen
D
lopen
Slide 8 - Quiz
Wat is dit?
A
De afsprak
B
De afspraak
C
Het afspraak
D
De aafsprak
Slide 9 - Quiz
Wat is dit?
A
de klook
B
het klok
C
de klok
D
het glok
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Waar is Mr Bean?
A
In een school.
B
In het station.
C
Bij de tandarts
D
Bij de kapper.
Slide 12 - Quiz
Wat doet de tandarts?
A
Hij kijkt in de mond.
B
Hij schrijft in de mond.
Slide 13 - Quiz
Wat zit vast in de slang?
A
Zijn oor.
B
Zijn neus.
C
Zijn tong.
D
Zijn oog.
Slide 14 - Quiz
Wat denkt de tandarts?
A
Dat Mr. Bean zijn thee heeft gedronken.
B
Dat Mr. Bean zijn thee heeft weg gegooid.
Slide 15 - Quiz
Wat pakt Mr Bean?
A
Het spiutje
B
Het spuitje
C
De spuitje
D
De spiutje
Slide 16 - Quiz
Waarom loopt de tandarts raar?
A
Hij drinkt bier.
B
Mr. gaf hem een spuitje.
Slide 17 - Quiz
Heeft Mr Bean de goede tand gemaakt?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 18 - Quiz
Waarom krijgt Mr. Bean zijn mond niet meer open?
Slide 19 - Question ouverte
Is de tandarts blij of boos?
A
Blij
B
Boos
Slide 20 - Quiz
De les was...
😒🙁😐🙂😃
