onderdelen van de computer

Onderdelen van de computer en laptop
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
ICTMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Onderdelen van de computer en laptop

Slide 1 - Diapositive


Welke computeronderdelen ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Desktop

Slide 3 - Diapositive

Laptop

Slide 4 - Diapositive

De tablet

Slide 5 - Diapositive

Smartphone

Slide 6 - Diapositive

Het beeldscherm

Slide 7 - Diapositive

het toetsenbord

Slide 8 - Diapositive

De muis

Slide 9 - Diapositive

Het touchpad

Slide 10 - Diapositive

De linker muisknop

Slide 11 - Diapositive

De rechter muisknop

Slide 12 - Diapositive

De webcam

Slide 13 - Diapositive

De USB-poort

Slide 14 - Diapositive

De aan / uitknop

Slide 15 - Diapositive

De oplader/ stekker

Slide 16 - Diapositive

De accu 

Slide 17 - Diapositive

Startprogramma voor apps

Slide 18 - Diapositive

Wat is dit?
A
het touchpad
B
de laptop
C
het toetsenbord
D
de beeldscherm

Slide 19 - Quiz

          Welke onderdelen zitten vast op een laptop?
                Sleep de foto naar het juist vak.

Voor laptop
Niet voor laptop

Slide 20 - Question de remorquage


A
de muis
B
het touchpad
C
de USB-poort
D
de iPad

Slide 21 - Quiz


A
delete knop
B
enter knop
C
het touchpad
D
de aan / uitknop

Slide 22 - Quiz

De 9 punten staan voor apps in het curio startprogramma.

Schrijf 3 apps op die je bij de 9 puntjes ziet.

Slide 23 - Question ouverte

Wat doet de computer als je CTRL C intoetst.
A
Alles selecteren
B
Kopiëren
C
Plakken
D
Stap terug

Slide 24 - Quiz

Hoeveel toetsen zitten er ongeveer op een toetsenbord?
A
45
B
80
C
105
D
160

Slide 25 - Quiz

Welke kleur heeft outlook
A
Rood
B
Blauw
C
Geel
D
Groen

Slide 26 - Quiz

We hebben verschillende computer onderdelen besproken.
Schrijf zoveel mogelijk onderdelen op.

Slide 27 - Question ouverte

We gaan nu het kwartetspel spelen

Slide 28 - Diapositive

  1. Kwartet is een kaartspel.
  2. Op de spelkaarten staan 8 onderdelen van een computer, alle 8 onderdelen hebben verschillende kleuren.
  3. Elk onderdeel bestaat uit 4 speelkaarten en hebben de zelfde kleur.
  4. Op elke speelkaart staan 4 onderwerpen genoemd. jouw onderwerp staat in het groen op jouw speelkaart
  5.  Het is de bedoeling zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te verzamelen, de kwartetten.
  6. Degene met de meeste kwartetten wint.
      


  1. Een willekeurige speler begint. Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt.
  2. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal een kaart in je hand hebt.
  3. Noem de naam van het kwartet en vraag naar de kaart die je wilt hebben.
  4. Als de speler die kaart heeft, dan moet hij deze aan je afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen.
  5. Dit mag aan dezelfde of een andere speler.
  6. Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel.
  7. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt. 
  8. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn.

Slide 29 - Diapositive