Basis ICT woordenschat: onderdelen van de computer
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
ICT: waar denk
je dan aan?
je dan aan?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat is dit?
A
het touchpad
B
de laptop
C
het toetsenbord
D
de beeldscherm
Slide 15 - Quiz
A
de muis
B
het beeldscherm
C
de linker muisknop
D
de rechter muisknop
Slide 16 - Quiz
A
de muis
B
het touchpad
C
de USB-poort
D
de iPad
Slide 17 - Quiz
Welke woorden
kun je onthouden?
kun je onthouden?
Slide 18 - Question ouverte
A
het toetsenbord
B
de computer
C
het touchpad
D
de aan / uitknop
Slide 19 - Quiz
Een laptop heeft:
Een laptop heeft niet:
