Past simple

Welcome
Phones in the phonebag!

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome
Phones in the phonebag!

Slide 1 - Diapositive

Wat doe je als je de 'past simple' gebruikt?

Slide 2 - Question ouverte

I went there in 2006.
PAST SIMPLE

Slide 3 - Diapositive

Past Simple:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 4 - Quiz

Past simple
Past Simple betekent simpelweg de verleden tijd. De Past Simple gebruiken we voor als er iets in het verleden is gebeurd en het ook afgelopen is. Bijvoorbeeld dat je gisteren de auto waste.

Hier zijn een aantal voorbeeldzinnen om de Past Simple beter te begrijpen:
I washed the car yesterday.
I played tennis yesterday.
At the end of the last competition he won the silver medal.
We worked really hard to finish the documents last week.

Slide 5 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken in de verleden tijd dan is de regel als volgt: werkwoord + ed. Als je een regelmatig werkwoord moet gebruiken voor de Past Simple dan geldt de regel:
Enkelvoud: I , You, She, He, It: werkwoord + ed
Meervoud: We, You, They: werkwoord + ed

Bijvoorbeeld:
Walk → walked        Yesterday, he walked to school.
Laugh → laughed    Last monday, he laughed out loud. 
Work → worked       I worked my ass off last weekend. 

Slide 6 - Diapositive

uitzonderingen
Een paar uitzonderingen voor sommige regelmatige werkwoorden zijn:
- Als een werkwoord eindigt met een medeklinker + y dan verandert de -y in -ied op het eind.
⇒ Bijvoorbeeld: marry → married
                                  bully → bullied
                                  try → tried

Slide 7 - Diapositive

Past Simple - TO BE

Slide 8 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
De onregelmatige werkwoorden verschillen van de regelmatige werkwoorden. Er is een hele lange lijst met onregelmatige werkwoorden. Er is geen bepaalde regel voor deze werkwoorden. Je moet ze uit je hoofd leren.

Je kunt deze lijst vinden in de lesstof of Quizlet
Op de volgende dia ga je meteen naar de Quizlet lijst. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Maak de volgende opdracht

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Huiswerk: 

Slide 13 - Diapositive