Leesvaardigheid tekstverbanden en signaalwoorden 2 deel 2

Leesvaardigheid tekstverbanden en signaalwoorden 2
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid tekstverbanden en signaalwoorden 2

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- opdracht
- Voorkennis activeren
- Aan de slag
- Reflectie

Slide 2 - Diapositive

Zet punten, komma's en hoofdletters.
gaan kim suzanne en sara samen spelen

Slide 3 - Question ouverte

Welk verband herken je in de volgende zin?

Ajax staat bovenaan, dankzij de goede prestatie.
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 4 - Quiz

Bij welk verband horen de signaalwoorden:

door middel van, met behulp van, om te, opdat en zodat
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
doel-middel
D
toegevend

Slide 5 - Quiz

Bij welk verband horen de signaalwoorden:

Daarom, dankzij, dus, immers, namelijk, omdat, want
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
doel-middel
D
toegevend

Slide 6 - Quiz

Waar moet je op letten als je het slot van een tekst wilt vinden?

Slide 7 - Question ouverte

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je de tekstverbanden "doel-middel, oorzakelijk, redengevend, toegevend, vergelijkend en voorwaardelijk" herkennen in een tekst.


Slide 8 - Diapositive

Opdracht
Zoek een (korte) tekst in tweetallen en geef antwoord op de vragen van het werkblad.
timer
7:00

Slide 9 - Diapositive

Wie zit er op voetbal/heeft op voetbal gezeten?
Ik
Ik niet

Slide 10 - Sondage

Wat is een neuropsycholoog denk je?

Slide 11 - Question ouverte

Neuropsychologen willen een verbod op koppen bij voetbal. Wat vind jij daarvan?
eens
oneens

Slide 12 - Sondage

Wat ga je doen?
Maak opdracht 4 en 5 op bladzijde 20-22

10 minuten in stilte
geen vragen




timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je de tekstverbanden "doel-middel, oorzakelijk, redengevend, toegevend, vergelijkend en voorwaardelijk" herkennen in een tekst.
Controlevraag

Wat is het verband in de volgende zin:

Om veilig te kunnen voetballen, moet koppen verboden worden.

Slide 14 - Diapositive

Vandaag werd ik eerder van school ----(ophalen, vd).

Slide 15 - Question ouverte