Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Dinsdag 23 mei 2023
Dinsdag 23 mei 2023
08.30 - 09.10 uur
lezen
12.10 - 12.40 uur
Pauze
09.10 - 10.10 uur
rekenen
12.40 - 13.30 uur
De papegaai en de pauw
10.10 - 10.30 uur
Pauze
13.30 - 14.20 uur
keuze
10.30 - 11.20 uur
woordenschat thema toekomst
11.30 - 12.10 uur
disk zelfstandig werken
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Dinsdag 23 mei 2023
08.30 - 09.10 uur
lezen
12.10 - 12.40 uur
Pauze
09.10 - 10.10 uur
rekenen
12.40 - 13.30 uur
De papegaai en de pauw
10.10 - 10.30 uur
Pauze
13.30 - 14.20 uur
keuze
10.30 - 11.20 uur
woordenschat thema toekomst
11.30 - 12.10 uur
disk zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
Lezen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Pauze
Pauze
timer
20:00
Slide 4 - Diapositive
Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Overtuigen.
Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!
Slide 5 - Diapositive
Pauze
Pauze
timer
30:00
Slide 6 - Diapositive
De papegaai en de pauw
Slide 7 - Diapositive
Rekenen
Slide 8 - Diapositive
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Toekomst.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 9 - Diapositive
recent
als iets
kort geleden
is gebeurd/
recentelijk
pas
geleden
heeft te maken met: tijd
tegenstelling: lang geleden, vroeger
Zin
: De leerlingen hebben
recent
de toetsen gemaakt.
Zin
: Het is nog maar
recent
dat het coronavaccin is ontwikkeld.
Zin
: Deze mensen zijn
recentelijk
getrouwd.
Slide 10 - Diapositive
riant
groot
of
veel
of
ruim
synoniem:
royaal
tegenstelling: klein, weinig
Zin
: De voetballer verdient een
riant
salaris.
Zin
: Ik zou het heel fijn vinden om in een
riant
huis te kunnen wonen.
Slide 11 - Diapositive
vergoeden
geld
geven
omdat iemand iets heeft gedaan
meestal niet zo'n groot bedrag/niet zo veel geld
soms krijg je iets als je klusjes doet.
niet hetzelfde
als salaris: dat is bij een baan
de vergoeding
Zin
: Als je stage loopt, krijg je soms een vergoeding.
Zin
: Ik zou het fijn vinden als de buurman vergoedt wanneer ik iets voor hem doe.
Slide 12 - Diapositive
het toeval
dingen die
tegelijkertijd
gebeuren, terwijl het niet is afgesproken
je het kunt
niet voorspellen
wat er gaat gebeuren, niet van te voren bedenken;
synoniem:
toevallig
Zin
: Het was
toeval
dat de meisjes elkaar tegenkwamen op straat.
Zin
: Mijn fiets kreeg een lekke band, daar kon ik niets aan doen, het was
toeval.
Slide 13 - Diapositive
het verzoek
de vraag om iets te doen of juist niet te doen
synoniem:
de vraag
/
de aanvraag
werkwoord:
verzoeken
/
een verzoek doen
; ik verzoek je/ ik doe je een verzoek vt: ik verzocht je ......
Zin
: De directeur
verzoekt
het personeel op tijd te komen.
Zin
: Ik doe jullie een dringend
verzoek
: maak goede aantekeningen!
Slide 14 - Diapositive
Waar zie je een voorbeeld van:
het toeval
A
Ik spreek met mijn vriendin af dat wij samen koffie gaan drinken.
B
Ik ben in de stad en kom mijn vriendin tegen. We hadden niet afgesproken om elkaar te ontmoeten!
Slide 15 - Quiz
Wat is een ander woord voor:
riant
Slide 16 - Question ouverte
Wat bedoelen we met het woord:
recent
A
iets van de toekomst
B
iets van het verleden
C
iets wat nooit is geweest
D
iets van deze tijd
Slide 17 - Quiz
In welke zin wordt het woord
vergoeden (vergoeding)
goed gebruikt?
A
Ik heb gewerkt. Daarom moet ik een vergoeding krijgen.
B
Het salaris is hetzelfde als een vergoeding.
C
Ik moet mijn boodschappen vergoeden.
D
Mijn fiets is kapot. Dat heeft mijn vriend gedaan. Hij moet het vergoeden.
Slide 18 - Quiz
Welk verzoek heb jij aan je docent?
Slide 19 - Question ouverte
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 20 - Diapositive
Hij heeft heel ............... zijn rijbewijs gehaald.
Slide 21 - Question ouverte
Die filmsterren wonen in een .................. woning.
Slide 22 - Question ouverte
Is ..... ................... dat ik jou hier nu tegenkom?
Slide 23 - Question ouverte
De verzekering ........................ de schade aan mijn auto.
Slide 24 - Question ouverte
Ik wil jou een ........................ doen. Wil je mij helpen?
Slide 25 - Question ouverte
Zinnen maken
We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: recent, riant, vergoeden, het toeval en het verzoek
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
di 8 juni 2021 gevorderd
Juin 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Dinsdag 8 juni
Juin 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Middelbare school
Vrijdag 14 juni
Juillet 2023
- Leçon avec
35 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woensdag 17 mei 2023
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Woensdag 12 juni
Juillet 2023
- Leçon avec
28 diapositives
NT2
ISK
Woordraadstrategieën
Octobre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Inversie
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Hoger onderwijs
Donderdag 10 december 2020
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1