VWO - hoe staan we ervoor?

leidende vraag 2
kenmerkende aspecten
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

leidende vraag 2
kenmerkende aspecten

Slide 1 - Diapositive

kenmerkende aspecten TV 6
  • 6.1. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • 6.2. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

  • 6.3. Het streven van vorst naar absolute macht.

  • 6.4. De wetenschappelijke revolutie.

Slide 2 - Diapositive

Kenmerkende aspecten TV7
  • :7a: rationeel optimisme en ‘verlicht’ denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen.
  • 7b: voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
  • 7c: uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
  • 7d: de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten en staatsburgerschap.

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Planning 5VWO

Slide 5 - Diapositive

Planning 6 VWO

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat stelde Thomas Paine in zijn werk
'Common Sense' niet?
A
Het Britse bewind moet veranderen
B
Het onderscheid tussen koning en onderdaan is onnatuurlijk
C
De koloniën moeten onafhankelijk worden
D
Het Britse bewind is tiranniek

Slide 8 - Quiz

Wie was de eerste president
van de Verenigde Staten?
A
Abraham Lincoln
B
Thomas Jefferson
C
George Washington
D
Theodore Roosevelt

Slide 9 - Quiz

Wat hield de Verklaring van de rechten van de mens en de burger in?
A
Dat de eerste en tweede stand nog meer rechten kregen
B
Dat iedereen in Frankrijk nu dezelfde rechten en plichten kreeg
C
Dat de derde stand andere rechten kreeg dan stand 1 en 2
D
Dat niet alle mensen overal vrij en gelijk zijn.

Slide 10 - Quiz

In deze tweede fase van de revolutie speelt deze persoon de grootste rol:
A
Lodewijk XVI
B
Olymp de Gouges
C
Napoleon
D
Robespierre

Slide 11 - Quiz

Verklaring van de Rechten van de Mens
A
1789
B
1798
C
1783
D
1795

Slide 12 - Quiz

Zet de (meest passende) kenmerken bij de juiste revolutie
Amerikaanse Revolutie
Franse Revolutie
timer
2:00
1789 - 1815
1776 - 1783
No taxation without representation
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
Vooral binnenlands
Kolonie VS moederland
Onafhanke-lijkheid
Veel wisselende staatsvormen
Volks-soevereiniteit
Gelijke rechten
Nieuwe grondwet

Slide 13 - Question de remorquage

De Amerikaanse Revolutie (1776) was gebaseerd op verlichtte idealen. Combineer de uitleg met het verlichtingsideaal.
John Locke: onvervreemdbare rechten & sociaal contract
Montesquieu: trias-politica / driemachtenleer

alle mensen zijn gelijk
recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk.
de regering moet de mensenrechten garanderen
het gezag van de regering is gebaseerd op de instemming van het volk.
de staatsmacht is in verschillende handen.
Congres (senaat & Huis van Afgevaardigden), president en hooggerechtshof
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 14 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties: 
No taxation without representation
Founding Fathers
"...All men are created equal"
Abolitionisme
gelijkheid
afschaffen van de slavernij
Grondleggers van de Verenigde Staten
Geen belasting zonder vertegenwoordiging

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen naar de juiste 'revolutie'
Amerikaanse revolutie
Franse Revolutie
1776
Constitutionele monarchie
Een federatie
Burgers via Nationale Vergadering aan macht
De eerste democratische revolutie
13 kolonies worden onafhankelijk
Onthoofding staatshoofd
Bestorming van de Bastille

Slide 16 - Question de remorquage

Welke rol speelde George III in de Amerikaanse Revolutie?
A
Hij was de koning van Engeland
B
Hij werd de 1e president van de Verenigde Staten
C
Hij schreef de onafhankelijkheidsverklaring
D
Hij was de oprichter van de driemachtenleer.

Slide 17 - Quiz

Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
De kolonisten moesten belasting betalen zonder mee te mogen praten
B
De kolonisten mochten geen alcohol meer drinken
C
De kolonisten mochten geen slaven meer hebben
D
De leider van de kolonisten werd vermoord

Slide 18 - Quiz

Engelsen stichten 13 kolonies aan de Noord-Amerikaanse oostkust
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring.

Britse regering bepaalt dat de Amerikanen belasting moeten betalen
Amerikaanse revolutie.

Amerika wordt onafhankelijk

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe sta je ervoor?
Je zou nu leidende vraag 2 helemaal moeten hebben samengevat en klaar zijn voor leidende vraag 3.
Ik loop echt achter
Wel oke, als ik deze les even bijwerk dan ben ik er.
Ik ben bij.

Slide 20 - Sondage

Welke kenmerkende aspecten ken je?
tijdvak 6
tijdvak 6 en 7
tijdvak 6, 7 en 8

Slide 21 - Sondage

Hoe vaak heb je examenvragen gemaakt?
Eerlijk gezegd, nooit.
wel geprobeerd, maar snel opgegeven
alleen die uit de weektaak.
ik heb extra vragen geoefend

Slide 22 - Sondage

Wat wil je nu doen?
timer
30:00
zelf de presentaties doorlopen.
jort filmpjes kijken en aantekeningen maken
samenvatten
uitleg: klassikaal de presentatie doornemen
examenvragen maken

Slide 23 - Sondage