Het bakken van een taart is productie. Het bakken van een taart door een bakkerij is:
A
Formele productie
B
Informele productie
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Het bakken van een taart is productie. Het bakken van een taart door een bakkerij is:
A
Formele productie
B
Informele productie
Slide 1 - Quiz
Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf
Slide 2 - Quiz
In de …(a)… staan arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde …(b)…, zoals het onderwijs of de glastuinbouw. (vul a en b in)
A
(a) arbeidsovereenkomst
(b) bedrijfstak
B
(a) vakbond
(b) CAO
C
(a) CAO
(b) bedrijfstak
D
(a) CAO
(b) vacature
Slide 3 - Quiz
Welk van de antwoorden is ONJUIST?
A
de consument betaalt 1290 euro voor een scooter
B
de toegevoegde waarde door de scooterfabriek is 670 euro
C
de eerste schakel bestaat vaak uit de agrarische sector
D
de scooterwinkel voegt de minste waarde toe
Slide 4 - Quiz
Tertiaire sector
Quartaire sector
Primaire sector
Secundaire sector
Slide 5 - Question de remorquage
Tine gaat aan de slag in een restaurant. Ze heeft een proeftijd van 4 weken. Na 1 week belt Tine het restaurant op om te zeggen dat ze niet meer komt. Het valt niet te combineren met school. Mag dit?
A
Neen, want het restaurant kan niet zo snel vervanging vinden.
B
Neen, want ze moet haar proeftijd eerst uitdoen.
C
Ja, want in de proeftijd kan ze ten alle tijden ontslag nemen.
D
Ja, want je kan altijd zomaar ontslag nemen, proeftijd of niet.
Slide 6 - Quiz
Tot welke sector hoort de Efteling?
A
Primaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Quartaire sector
Slide 7 - Quiz
wat is geen arbeidsmotief?
A
dagbesteding
B
zinvol bezig zijn
C
omdat het moet
D
om je te ontwikkelen
Slide 8 - Quiz
Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Stichting
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.
Slide 9 - Question de remorquage
Je bent persoonlijk aansprakelijk bij een ...
A
BV en VOF.
B
Eenmanszaak en VOF.
C
Eenmanszaak en BV.
D
VOF en NV.
Slide 10 - Quiz
DYKA BV gaat failliet op wie gaat de curator de schulden verhalen?
A
De eigenaar
B
De aandeelhouders
C
De BV zelf
D
De werknemers
Slide 11 - Quiz
Welke van de vier productiefactoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 12 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van informele productie?
A
A en B
B
B en C
C
C en D
D
A en D
Slide 13 - Quiz
Je werkt bij de ijssalon als 16 jarige. Het minimumloon is € 3,76 per uur, je krijgt een loon van € 3,98. Mag dit?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Een collectieve arbeidsovereenkomst is een overkomst tussen ..
A
werkgever en werknemer
B
werknemer en vakbond
C
vakbond en werkgever
D
werknemer en werknemer
Slide 15 - Quiz
Wat is: Regels en afspraken over leeftijd werktijden en pauzes?
A
ARBO-wet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsovereenkomst
D
Minimumloon
Slide 16 - Quiz
3. De bedrijfskolom van een zak chips bestaat uit vijf schakels. Zet de schakels op de juiste plaats in de bedrijfskolom. Begin bovenaan met het bedrijf uit de primaire sector.
opkoper aardappelen
aardappelteler
groothandel
chipsfabriek
supermarkt
Slide 17 - Question de remorquage
Vaste baan
Tijdelijke baan
Flexibele baan
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Je hebt werk voor een afgesproken periode
Je werkt alleen als je werkgever je nodig heeft.
Slide 18 - Question de remorquage
Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief
Slide 19 - Quiz
Wat is een verschil tussen een stichting en een bv?
A
Een stichting heeft geen doel, een bv wel.
B
Het doel van een bv winst, het doel van een stichting is niet op winst gericht.
C
Een bv is geen rechtspersoon, een stichting is dat wel.
D
Een stichting is geen rechtspersoon, een bv is dat wel.