Wederkerende werkwoorden

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Mardi 08 mars
Les objectifs pour aujourd' hui :

- jij kunt een wederkerende werkwoord herkennen en in de tegenwoordige tijd vervoegen;
- jij maakt kennis met de passé composé van de wederkerende werkwoorden.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

wat is een wederkerend werkwoord?

Slide 4 - Carte mentale

Wederkerende werkwoorden
Een wederkerend werkwoord (www) herken je in het Nederlands aan het woord 'zich'.

zich voelen
zich vermaken
etc.

Slide 5 - Diapositive

wederkerend werkwoord in het Frans

Slide 6 - Carte mentale

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn: me, te, se, nous, vous, se voor woorden?
A
lidwoorden
B
wederkerende voornaamwoorden
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Quiz

Je ... lève
A
me
B
te
C
se
D
nous

Slide 9 - Quiz

Angell et Dewi ....
A
se concentre
B
me concentre
C
se concentrent
D
nous concentrons

Slide 10 - Quiz

Ik voel me goed
A
je sens bien
B
je te sens bien
C
tu te sens bien
D
je me sens bien

Slide 11 - Quiz

 L'exercice 16C 1 
  •  Je me sens
  • Nous nous concentrons
  • Liam se couche
  • Elles s'amusent
  • Vous vous levez
  • On se moque

Slide 12 - Diapositive

 L'exercice 16C 2
  •  Eline s'habille
  • Tu te douches
  • On se lave
  • Ils se moquent de
  • Nous nous concentrons

Slide 13 - Diapositive

Objectif numéro 2
Jij maakt kennis met de passé composé van de wederkerende werkwoorden

Slide 14 - Diapositive

Eerst een korte herhaling over de voltooide tijd met être

Slide 15 - Diapositive

Als je een passé composé met être hebt...
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkel
voud
-
Je suis tombé
e
Je suis tombée
Meer
voud
s
Ils sont tombés
es
Elles sont tombées
Je suis tombé(e)
Tu es tombé(e)
Il est tombé
Elle est tombée
Nous sommes tombé(e)s
vous êtes tombé(e)(s)
Ils sont tombés
Elles sont tombées

Slide 16 - Diapositive

Wat verandert er aan de vorm van het voltooid deelwoord bij passé composé met être?
A
niets
B
de uitgang: +e, +s, +es
C
de uitgang: +é, +és
D
het accent op é vervalt

Slide 17 - Quiz

Tim et Liam
A
sont partis
B
ont partis
C
sont parti
D
ont parti

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden in de passé composé
Zie het volgende stukje van de video

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wederkerende werkwoorden worden in de voltooide tijd (passé composé) altijd vervoegd met het hulpwerkwoord:
A
Avoir
B
Être

Slide 22 - Quiz

Mira ...
A
s'est levée
B
m'est levé
C
s'a levée
D
s'est levé

Slide 23 - Quiz

Traduis :
Zij heeft zich vermaakt. (s'amuser)

Slide 24 - Question ouverte

Traduis :
Hij heeft zich vergist.
timer
0:20

Slide 25 - Question ouverte

Traduis :
Zij (elles) hebben Bart uitgelachen.
timer
0:20

Slide 26 - Question ouverte