wk 38 20212022

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

LES 1

Terugblik

Fictie:

• Je weet dat er 3 vertelperspectieven zijn: ik-perspectief, hij/zij-perspectief en een alwetend perspectief. 
• Je weet dat er verschillende soorten verhalen zijn die genres genoemd worden.

Opdracht bij verhaalfragment (in tweetallen)

Luister naar het fragment dat je voorgelezen krijgt. Concentreer je op de volgende vragen:

1. In welk vertelperspectief is het fragment geschreven?
2. Vertel duidelijk wie de hoofdpersoon in het fragment is. Wat weet je over deze persoon?
3. Noem een bijfiguur uit het fragment. Wat weet je over deze persoon?
4. Bij welk genre zou dit fragment kunnen horen?

blz. 5 Carry Slee - Fake

Fictie

• Je weet op welke manieren een schrijver spanning in een verhaal kan aanbrengen en je kunt voorbeelden geven uit je eigen boek.
  

Spanning blok 4 fictie

Er zijn 7 manieren om een verhaal spannend te maken:

1. open plekken
2. uitstel
3. vermoeden
4. onverwachte wending
5. informatievoorsprong
6. bedreigende situatie/omgeving
7. cliffhanger

Maak hiervan een aantekening van in je schrift: noteer de 7 manieren, geef alleen extra uitleg bij manieren die je eerst niet begreep.

Opdracht bij spanning (individueel)

1. Je krijgt een ander fragment voorgelezen. Welke vorm van spanning herken je?

2. Eindigt dit fragment met een een cliffhanger?

3. Welke spanningstechniek herken jij nog meer waarmee dit verhaal spannend is gemaakt? 

4. Waarom kiest een schrijver voor een cliffhanger aan het einde van het boek? 

blz. 222 Carry Slee - Fake

werken aan eindopdracht

Spelling

• Je oefent met de regels achter de pv tt, pv vt en het vdw.
• Je oefent met de onderdelen die je lastig vindt.

ww-spelling

Als de instructie in de les te snel gaat, of je wilt deze graag op je gemak thuis nog een keer doornemen, klik dan op de video in  dia 10. Spoel door tot het onderdeel waar jij meer over wilt weten.

drive.explaineverything.com

Afsluiting

Huiswerk:

Lezen in je leesboek (over 3 weken moet de eindopdracht af zijn)

Oefen thuis af en toe met de regels van de werkwoordspelling

LES 2

Terugblik

Fictie:

• Je hebt geoefend met de kenmerken waarop je een hoofdpersoon en een bijfiguur kunt herkennen, in welk vertelperspectief een verhaal is geschreven en bij welk genre een verhaal hoort. 
• Je weet dat een verhaal bij meerdere genres onderverdeeld kan worden
• Je weet op welke manieren een schrijver spanning in een verhaal kan aanbrengen.

Welke soorten spanning weet je nog uit de vorige les?

Fictie

• Je weet wat we bedoelen met de begrippen ruimte en sfeer en kunt deze toepassen.

Ruimte en sfeer

Ruimte: de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt (denk ook aan het weer, geluiden, geuren).

Sfeer: welke sfeer wordt opgeroepen door deze ruimte (gespannend, dreigende, vrolijke sfeer)

Wat kun je zeggen over de ruimte en sfeer in het volgende fragment?

Fragment 2

De volgende fragmenten komt uit de film Lover of loser. De complete film staat in de volgende dia, we bekijken slechts enkele fragmenten. 

19.40 - 21.10 min

22.14 - 23.40 min

25.00 - 26.00 min

Wat kun je vertellen over de ruimte van het fragment? 

Welke sfeer roept deze ruimte op? 

Welke spanning heb je gezien? open plekken, uitstel, vermoeden, onverwachte wending, informatievoorsprong, 

bedreigende situatie/omgeving

cliffhanger

Werken aan eindopdracht

• Meters maken in je boek (let telkens op een leerstofonderdeel tijdens het lezen en maak een aantekening in je schrift hiervan)
• De volgende onderwerpen kun je nu verwerken: fictie / non-fictie / realistisch / niet-realistisch / personages / verhaalopbouw / genres / hoofdpersoon / bijfiguur / vertelperspectief / spanning / ruimte / sfeer

Spelling

• Je oefent met de werkwoordsvormen tot nu toe (pv tt, pv vt, vdw en inf). Let op: na deze les zou je deze regels moeten kennen.

Oefenen....

Schooltas: hv blz.....    vwo blz.

Ga naar: Drive --> spelling --> ww-spelling --> samengestelde zinnen

Luister naar de uitleg over de spelling van Engelse ww in dia 23. Maak een aantekening in je schrift als dit nodig is. 

         

        Ga naar spelling - werkwoordspelling - oefening Engelse werkwoorden + kijk zelf na. 

        Ga naar spelling - werkwoordspelling - oefening 9 (maak alleen de even nummers). Kijk zelf na. 

 

Doe mee en oefenen met de 8 zinnen in dia 24. 

        Ga naar spelling - werkwoordspelling - oefening 9.  Zet een kruisje voor de zinnen die je lastig vond. We kijken de oefening samen na. 

Even oefenen

1. Dit is tijdens de laatste vergadering door het bestuur (verklaren). vd
2. Wij moesten wel (zuchten) toen het zo lang duurde.  inf
3. Dat (gelden) nog steeds voor alle nieuwe aanbiedingen. pv tt
4. Vanavond (treden) deze bekende zanger hier op.  pv tt
5. Ik heb veel geld in deze zaak (investeren). vd
6. Toen wij de radiatoren (ontluchten), werd het warmer in de kamer. pv vt
7. Toen wij het tafelkleed zagen (branden), gingen wij direct weg. inf
8. Mijn ouders (luchten) de slaapkamers vroeger iedere dag. pv vt

Afsluiting

Huiswerk: 

Leesboek meenemen en thuis veel lezen (deel het aantal bladzijden op over de resterende weken tot de eindopdracht).

Oefen ook thuis af en toe met de werkwoordspelling.

Tip: Kijk de hele film Lover of Loser in dia 19