H3 en V3 K2 Modalverben + wissen tegenwoordige tijd
Wie schreibt man auf Deutsch...?
ik kan
ik kan
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Wie schreibt man auf Deutsch...?
ik kan
ik kan
Slide 1 - Question ouverte
Wie schreibt man auf Deutsch...?
jullie willen (=eigen wil)
jullie willen (=eigen wil)
Slide 2 - Question ouverte
Wie schreibt man auf Deutsch...?
zij moeten (=plicht)
zij moeten (=plicht)
Slide 3 - Question ouverte
Wie schreibt man auf Deutsch...?
jij moet (=advies)
jij moet (=advies)
Slide 4 - Question ouverte
Wie schreibt man auf Deutsch...?
ik weet
ik weet
Slide 5 - Question ouverte
Wie schreibt man auf Deutsch...?
jullie weten
jullie weten
Slide 6 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(zin hebben) ........... du in den Zoo gehen?
(zin hebben) ........... du in den Zoo gehen?
Slide 7 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Berlin (moeten, bewering) ... echt eine coole Stadt sein.
Berlin (moeten, bewering) ... echt eine coole Stadt sein.
Slide 8 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(zullen) .... wir was essen?
(zullen) .... wir was essen?
Slide 9 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(moeten, noodzaak) Lisa .... zum Arzt.
(moeten, noodzaak) Lisa .... zum Arzt.
Slide 10 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Er (mogen, toestemming) .... ins Konzert gehen.
Er (mogen, toestemming) .... ins Konzert gehen.
Slide 11 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Ihr (kunnen) ..... gut Spanisch.
Ihr (kunnen) ..... gut Spanisch.
Slide 12 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(lusten) ... du Spaghetti?
(lusten) ... du Spaghetti?
Slide 13 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(mogen) Hier .... man nach 18.00 Uhr nicht parken.
(mogen) Hier .... man nach 18.00 Uhr nicht parken.
Slide 14 - Question ouverte
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
(weten) .... du wie spät es ist?
(weten) .... du wie spät es ist?
