4.4 Nederland 1848

4.4 Nederland in 1848
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4 Nederland in 1848

Slide 1 - Diapositive

4.4: Drie onderwerpen
  1. koning Willem I en België 
  2. liberalen en conservatieven
  3. democratische grondwet 1848

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis testen
Wie heeft de paragraaf gelezen?

Slide 3 - Diapositive

Wie is wie uit uit par. 4?
Koning Willem II
Koning Willem I
Johan Thorbecke
Napoleon

Slide 4 - Question de remorquage

Koninkrijk der Nederlanden
- 1815 Napoleon verslagen 
- overwinnaars: 
  1. macht koningen herstellen 
  2. Frankrijk zwak houden

gevolg:
> Willem I koning Nederland
> België bij NL (sterke buffer Fr)


Slide 5 - Diapositive

Filmpje aankomst Willem I Scheveningen 1813 


Wat is echt waar?

Slide 6 - Diapositive

1

Slide 7 - Vidéo

03:48
Wat was 'echt waar' in dit filmpje?

Slide 8 - Question ouverte

Bestuur Nederland
vorige les

Slide 9 - Carte mentale

Willem I
  • 1813-1840
  • 'Koopman-koning': stimuleerde de economie en handel in het noorden
  • wegen en kanalen 
  • Nederlandse Bank
  • NLse Handelsmaatschappij

Slide 10 - Diapositive

Opstand Belgen 1830
Waarom komen ze in opstand?
Wat is de rol van Willem I bij de opstand?
Welke karaktereigenschap van Willem I komt naar voren?

vanaf min. 7.35

Slide 11 - Diapositive

3

Slide 12 - Vidéo

09:25
Noem zoveel mogelijk redenen voor de ontevredenheid van de Belgen.

Slide 13 - Question ouverte

10:59
Waarom heeft Willem I de opstand van de Belgen deels aan zichzelf te wijten?

Slide 14 - Question ouverte

12:50
LEG UIT welke karaktereigenschap van Willem I duidelijk naar voren komt.

Slide 15 - Question ouverte

1830 afscheiding België
- Belgen in opstand tegen Willem I
- redenen:
1. hoge belastingen en weinig economische investeringen
2. weinige Belgische bestuurders in Den Haag
3. Nederlandse taal officieel ipv Frans
4. Protestanten voorgetrokken, Belgen meestal katholiek

Slide 16 - Diapositive

Waarom is Willem II bekend?
A
Hij werd in één nacht van conservatief liberaal
B
Hij was zowel conservatief als liberaal
C
Hij was zijn hele leven een liberaal
D
Hij was zijn hele leven een conservatief

Slide 17 - Quiz

Wat betekent conservatief in de politiek?
A
oppassend
B
behoudend
C
makkelijk
D
ouderwets

Slide 18 - Quiz

Wat betekent liberaal in de politiek in de 19e eeuw?
A
een sociale revolutie
B
democratie voor iedereen
C
macht bij de koning
D
economische vrijheid

Slide 19 - Quiz

Nederlandse politiek 
tot ca. 1870
politici waren conservatief óf liberaal
(geen politieke partijen)

Slide 20 - Diapositive

conservatieven

behoudend
macht bij adel en koning
geen inspraak burgers
geen veranderingen

inspiratie uit:
tijd vóór Franse Revolutie
liberalen

vooruitstrevend
macht bij rijke burgers
grondrechten
economische vrijheid

inspiratie uit:
Verlichting en Franse Revolutie

Slide 21 - Diapositive

Koppel de ideeën
conservatief
liberaal
economische vrijheid
adel aan de macht
democratie
grondrechten
geen veranderingen

Slide 22 - Question de remorquage

Wat veranderde er in 1848?
A
Er kwam een nieuwe koning: Willem II
B
Er kwam een nieuwe, democratische grondwet
C
Er kwam een opstand van het volk
D
Er kwam een nieuwe Tweede en Eerste Kamer

Slide 23 - Quiz

Wat is 'censuskiesrecht'?
A
Alleen rijke mannen en vrouwen hadden kiesrecht
B
Alleen de koning bepaalde wie mocht stemmen
C
Alleen de adel en kooplieden mochten stemmen
D
Alleen een groep rijke mannen had kiesrecht

Slide 24 - Quiz

Kenmerken
DEMOCRATIE

Slide 25 - Carte mentale

Wat is ook al weer de trias politica?

Slide 26 - Question ouverte

Uitvoerende macht
wetgevende macht
rechtsprekende macht
Regering
Eerste & Tweede Kamer
Rechters
Controleren
elkaar

Slide 27 - Diapositive

Vóór 1848

weinig democratie
Koning bijna alle macht
- benoemde ministers
- kon wetten maken
- 1e & 2e kamer niet door volk gekozen
- censuskiesrecht

Ná 1848

meer democratie
parlement alle macht ipv koning
- parlement maakt wetten
-parlement controleert koning
- bevolking kiest 2e kamer en 1e kamer (direct/indirect)
- censuskiesrecht

Slide 28 - Diapositive

Kijkopdracht
Hoe regeerde de koning vóór 1848 (filmpje) en hoe daarna (zelf bedenken)?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Hoe regeerde de koning vóór 1848 (filmpje) en hoe daarna (zelf bedenken)?

Slide 31 - Question ouverte