H1 - §1.1 Licht en schaduw

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Vandaag:

• lesdoelen §1.1
• instructie §1.1
• maken opgave uit het boek 
• afsluiting les

 

H1 - Licht en Beeld

§1.1 - Je leert

• het verschil aangeven tussen een natuurlijke en kunstmatige lichtbron;
• direct licht en indirect licht herkennen;
• met randstralen het schaduwgebied aangeven;
• met kijklijnen het gezichtsveld aangeven.

Discussie!

Hoe krijg je lichtjes in de gebouwen

van deze bijzondere 'Skyline'

Geef een voorbeeld van een lichtbron.

Lichtbronnen en lichtbundels

Lees aandachtig de alinea 'Lichtbronnen en lichtbundels' op blz. 8

Lichtbronnen en lichtbundels

Natuurlijke lichtbronnen

De zon                   

vuur

sterren

Lichtbronnen en lichtbundels

Kunstmatige lichtbronnen

De gloeilamp         

beeldscherm

ledlampen 

Lichtbronnen en lichtbundels

Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron. 

• natuurlijke lichtbronnen - zon en de sterren
• kunstmatige lichtbronnen - Kaarsen, lampen en tl-buizen zijn . Kunstmatige lichtbronnen zijn door de mens gemaakt.

Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen. 

Selecteer de juiste lichtbron in de tweede kolom. 

planeet
ogen van een kat
bosbrand
ster
straatlantaarn
televisie

kunstmatige lichtbron

kunstmatige lichtbron

kunstmatige lichtbron

kunstmatigelichtbron

natuurlijke lichtbron

natuurlijke lichtbron

Lichtbronnen en lichtbundels

Als een lamp brandt, straalt hij licht uit. Het licht beweegt alle kanten op en gaat van de lamp af. 

Dat kun je aangeven door lichtstralen te tekenen. 

Dit doe je door middel van een rechte lijn 

met daarin een pijlpunt te tekenen. 

Lichtbronnen en lichtbundels

• De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

• Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

Lichtbronnen en lichtbundels

• Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel.

• Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.
  

Lichtbronnen en lichtbundels

• Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

• Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner.

Direct licht

Indirect licht (diffuus)

Schaduw

Lees aandachtig de alinea 'Schaduw' op blz. 9

Schaduw

Schaduw

De schaduw vind je m.b.v. de randstralen

Schaduw tekenen

• Teken de lichtstralen die net niet door het voorwerp 

tegengehouden worden (de ‘randstralen’).

 

•  Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen 

de twee randstralen in ligt. Dit is het gebied waar 

het licht niet rechtstreeks kan komen: 

het schaduwgebied.

Gezichtsveld

Lees aandachtig de alinea 'Gezichtsveld' op blz. 10

Gezichtsveld

Kijklijnen: lijnen vanuit het oog langs

obstakels.

Gezichtsveld: het gebied wat je kunt

zien vanaf de plek waar je staat.

Pak je planner!

Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

• Lezen §1.1 uit je boek
  

Maak de "gewone" opgaven en route ⨀

kies eventueel uit:

✱ - route

Aan de slag!

Lezen §1.1 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven en route ⨀

kies eventueel uit:

✱ - route

Zs

Aan de slag!

Lezen §1.1 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven en route ⨀

kies eventueel uit:

✱ - route

Zf

Wat weet je al???

Wat voor lichtbundel wordt hier afgebeeld?

1. Divergente
2. Convergente
3. Evenwijdige

Bekijk de afbeelding.
Hoe noem je de lichtstralen die als rode pijlen zijn getekend?
Deze lichtstralen noem je de...………………….

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Je kunt...

• het verschil aangeven tussen een natuurlijke en kunstmatige lichtbron;
  
• direct licht en indirect licht herkennen;
  
• met randstralen het schaduwgebied aangeven;
  
• met kijklijnen het gezichtsveld aangeven.

Ja, dat kan ik!

😒🙁😐🙂😃