Adverbs & Adjectives

He is a fast driver. Waar zegt het woord 'fast' iets over? (welk woord)
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

He is a fast driver. Waar zegt het woord 'fast' iets over? (welk woord)

Slide 1 - Question ouverte

He drives fast. Waar zegt het woord 'fast' iets over?(welk woord)

Slide 2 - Question ouverte

Adjective (bijv. nmw)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het zegt dus iets over een persoon, ding of een dier.
vb: She is beautiful.
He has a red car. 
On TV they all have white teeth.

Wat is het bijv. nw?

Slide 3 - Diapositive

Adverb (bijwoord)
Een bijwoord zegt iets over:
1) een werkwoord
vb: She sings beautifully.
2) een bijvoeglijk naamwoord
vb: He is extremely bad at playing soccer.
3)over een ander bijwoord in de zin
vb: Phillip sings rather enormously too loudly.
Een bijwoord eindigt vaak op -ly, maar let op er zijn uitzonderingen (bv: fast, goodhard, high, late, long, low) 

Slide 4 - Diapositive

Wat is het bijwoord in deze zin:
She sings beautifully.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het bijwoord in deze zin:
He is extremely bad at playing soccer.

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de bijwoorden (2) in deze zin:
Phillip sings rather enormously too loudly.

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf een zin (EN of NE) met daarin een bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf een zin (EN of NE) met daarin een bijwoord

Slide 9 - Question ouverte

Homework
Ga aan het werk met één van de grammaticabladen:
  • Bijvoeglijk naamwoorden
  • Bijwoorden
  • Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden

Slide 10 - Diapositive