Praktijkonderwijs: Leren door te doen!

Praktijkonderwijs: Leren door te doen!

Leerdoelen

- Begrijpen wat praktijkonderwijs is
- Inzicht krijgen in de doelgroep
- Weten welke vakken worden gegeven
- Kennis over de uitstroomprofielen

Leg uit wat de leerdoelen zijn en wat de studenten aan het eind van de les moeten weten.

Wat weet jij al over praktijkonderwijs?

Wat is praktijkonderwijs?

Praktijkonderwijs is een vorm van voortgezet onderwijs voor leerlingen die moeite hebben met leren. Het onderwijs is gericht op het voorbereiden van leerlingen op een baan.

Geef meer uitleg over praktijkonderwijs. Bespreek eventueel succesverhalen.

Doelgroep

Leerlingen die praktijkonderwijs volgen hebben moeite met leren. Zij hebben meer baat bij praktische vakken dan bij theoretische vakken.

Leg uit wie er in aanmerking komt voor praktijkonderwijs. Bespreek eventueel hoe leerlingen worden geselecteerd.

Vakken

In praktijkonderwijs worden vakken gegeven als Nederlands, rekenen, maatschappijleer en lichamelijke opvoeding. Daarnaast krijgen leerlingen praktische vakken als houtbewerking, koken en tuinieren.

Beschrijf welke vakken er worden gegeven in praktijkonderwijs.

Uitstroomprofielen

Leerlingen die praktijkonderwijs volgen, kunnen verschillende uitstroomprofielen kiezen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld aan de slag als kok, timmerman of administratief medewerker.

Beschrijf de verschillende uitstroomprofielen en wat zij inhouden.

Stage

Leerlingen in praktijkonderwijs lopen stage om praktijkervaring op te doen. Zo kunnen zij ontdekken welk beroep bij hen past.

Beschrijf hoe stages werken in praktijkonderwijs. Bespreek eventueel hoe leerlingen worden begeleid tijdens hun stageperiode.

Toekomst

Praktijkonderwijs bereidt leerlingen voor op een baan. Na het behalen van hun diploma kunnen zij aan de slag in verschillende beroepen.

Beschrijf wat de toekomstperspectieven zijn voor leerlingen die praktijkonderwijs hebben gevolgd. Bespreek eventueel succesverhalen.

Afsluiting

Nu weet je wat praktijkonderwijs is, voor wie het bedoeld is, welke vakken er worden gegeven, wat de uitstroomprofielen zijn, hoe stages werken en wat de toekomstperspectieven zijn.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de studenten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.