Getallen - leerdoel 5

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2

Slide 1 - Diapositive

LEERDOEL 5
Ik kan alle bewerkingen maken met negatieve (en positieve) getallen

Slide 2 - Diapositive

Positieve en negatieve getallen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welk getal is het kleinst?
A
2
B
0
C
-8
D
0,5

Slide 7 - Quiz

In welke stad is de temperatuur het laagst?
A
Amsterdam -2 graden
B
Parijs 4 graden
C
Madrid 7 graden
D
Oslo -5 graden

Slide 8 - Quiz

Rekenen met negatieve getallen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Slide 12 - Diapositive

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7



Slide 13 - Diapositive

Het is 1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

1 -- 6 = 7


Dat is een andere manier om te zeggen: 1 + 6 = 7

- - naast elkaar = +

Slide 14 - Diapositive

Het is -1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

-1 -- 6 = 5   -> dat wordt: -1 + 6 = 5



Slide 15 - Diapositive

Waar staan de negatieve getallen in een assenstelsel?

Slide 16 - Question ouverte