Getallen - leerdoel 5

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Tekens

< is kleiner dan

> is groter dan

= is gelijk aan

  is niet gelijk aan 

  is ongeveer gelijk aan

GETALLEN

H2

LEERDOELEN

LD 1

  

LD 2

LD 3

LD 4

- waarde van getallen 

- even/oneven; deler/veelvoud

 

- rekenen met decimale getallen

-  goed afronden

- bewerkingen en hun namen

- bewerkingen met negatieve / 

   positieve getallen

   

 - getallen vergelijken en tekens 

   gebruiken als: <  > =. ≠. 

   

  -bewerkingen met breuken,  

   vereenvoudigen, helen eruit, deel van  

   geheel uitrekenen;

  

- bewerkingen met niet-  gelijknamige      

   breuken.  

LD 5

  

LD 6

LD 7

LD 7H

LEERDOEL 5

Ik kan alle bewerkingen maken met negatieve (en positieve) getallen

Positieve en negatieve getallen

Welk getal is het kleinst?

1. 2
2. 0
3. -8
4. 0,5

In welke stad is de temperatuur het laagst?

1. Amsterdam -2 graden
2. Parijs 4 graden
3. Madrid 7 graden
4. Oslo -5 graden

Rekenen met negatieve getallen

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7

Het is 1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

1 -- 6 = 7

Dat is een andere manier om te zeggen: 1 + 6 = 7

- - naast elkaar = +

Het is -1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

-1 -- 6 = 5   -> dat wordt: -1 + 6 = 5

Waar staan de negatieve getallen in een assenstelsel?