Thema 3 week 3 krachten meten BK

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1,2

Kracht

60     Krachten meten

Wat weet je nog van vorige week?

Doelen van deze uitleg:

Je weet dat je met een krachtmeter een trekkracht kan meten.

Je weet hoe een krachtmeter werkt en wanneer er een stugge of een slappe veer gebruikt moet worden.

Je kan de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als je de massa weet.

Je kan de massa van een voorwerp berekenen als je weet welke zwaartekracht er op het voorwerp werkt.

Je weet wat het verschil is tussen massa, zwaartekracht en gewicht.

Je kan meetgegevens weergeven in een grafiek of tabel.

krachten meten

je meet een kracht met een veerunster.

Een voorwerp met een massa van 1 kilogram weegt ongeveer 10 N

zwaartekracht

F z

massamiddelpunt / zwaartepunt

richting omlaag

grootte: Fz = 10 x massa in kg

De bank heeft een massa van 80 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht?

1. 800 Newton
2. 80 Newton
3. 8 Newton
4. 8000 Newton

hoe reken je massa om naar gewicht?

1. massa = gewicht x 10
2. massa = gewicht : 10

file:

Wie wint?

1. rechts wint
2. links wint
3. het blijft gelijk

een ander woord voor zwaartepunt is

1. massapunt
2. massamiddelpunt
3. zwaartekracht
4. zwaartecentrum

Een krachtenpijl Fz is 10 cm lang.
Bij het plaatje staat 1cm=5 Newton.
Hoe groot is de kracht?

1. 5N
2. 1N
3. 10N
4. 50N

Je kunt de zwaartekracht uitrekenen als je de massa van een voorwerp weet.

1. waar
2. niet waar

In rust is de zwaartekracht net zo groot als het gewicht

1. waar
2. nietwaar

huiswerk en de rest van de les

Maak nu hoofdstuk 3 krachten meten