Futur

  • Voca
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Voca

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui

  • Futur (grammaire II)
  • paroles de chanson

Slide 2 - Diapositive

Futur (toekomende tijd met zal/zullen)
Regelmatige werkwoorden op -er/-ir: 
hele werkwoord + uitgang 
  • Je parlerai = Ik zal praten
  • Nous finirons  = Wij zullen eindigen

Regelmatige werkwoorden op -re: 
hele werkwoord -e + uitgang 
  • Elle écrira = Zij zal schrijven

je
+ ai
tu
+as
il/elle/on
+ a
nous
+ons
vous
+ez
ils/elles
+ont

Slide 3 - Diapositive

Futur (toekomende tijd met zal/zullen)
Bij de onregelmatige werkwoorden gebruik je niet het hele werkwoord, maar een andere stam
die je uit je hoofd moet leren. De uitgangen blijven hetzelfde.

  • Être = ser- 
  • Avoir = aur-
  • Faire = fer-
  • Aller = ir-


Slide 4 - Diapositive

Nous habitons aux Pays-Bas.
Staat de zin in de futur?
A
B

Slide 5 - Quiz

Elle finira ses devoirs.
A
B

Slide 6 - Quiz

Tu auras un cadeau.
A
B

Slide 7 - Quiz

Vous serai en retard.
A
B

Slide 8 - Quiz

Ils ... leurs devoirs. (finir)
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de futur.

Slide 9 - Question ouverte

Nous ... chez moi. (être)

Slide 10 - Question ouverte

Mon frère ... en France. (habiter)

Slide 11 - Question ouverte

Vous ... du foot? (faire)

Slide 12 - Question ouverte

J'... une bonne note. (avoir)

Slide 13 - Question ouverte

Tu ... une pomme. (manger)

Slide 14 - Question ouverte

Mes parents ... en voiture. (aller)

Slide 15 - Question ouverte

Paroles de chanson
Claude Nougaro, Tu verras
Opdracht: luister naar de tekst en onderstreep de futur

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo