3TB: Lezen: mening, argument, conclusie les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Fijn dat je er bent!

Pak je boek voor op blz 20, pak je schrift, je pen, 

je iPad/laptop en log in op deze LessonUp. 

Huiswerk was: opdracht 11 en opdracht 1 (boek of online)

 

Deze week:

Les 1 Uitval 

Les 2 Meer dan lezen, paragraaf 3.  

Les 3 Diatoetsen: tekst, spelling en woordenschat

Toets Meer dan Lezen over paragraaf 1 t/m 3 op donderdag 21 november of vrijdag 22 november.

Vandaag

•  Lezen tekst 4
• Herhaling mening, argument en conclusie  


• Opdrachten maken
•  Huiswerk nakijken

• Vragen stellen
• Afsluiting

Lesdoel:

Je herkent het verschil tussen meningen, argumenten en conclusie van een tekst.

Startopdracht

Opdracht 

Bekijk de titel, afbeeldingen, tussenkopjes van tekst 4 op blz 24. 

BEKEND Wat weet je al over het onderwerp?

BENIEUWD  Wat wil je weten over het onderwerp?

Noteer alles wat in je opkomt. 

Deze opdracht maak je alleen. Vragen? Steek je vinger op. Werk in stilte. 

Na 5 minuten bespreken we de antwoorden klassikaal

Sandwich lezen: duo-lezen

Ga naar tekst 4. Leerling 1 leest een alinea voor (leerling 2 en/ of 3 leest mee).

Leerling 2 vat de alinea samen en onderstreept onbekende en moeilijke woorden. 

Leerling 2 leest de volgende alinea en ga zo maar door...

Leerling 1 vat de alinea samen en onderstreept onbekende of moeilijke woorden. 

Duo lezen; Wat is er anders als je een tekst zo aanpakt?

Ik lees tekst 5 voor. 

Wat?	Ga naar blz 24 en maak opdracht 5, 7 en 8
Hoe?	Zelfstandig. Werk de antwoorden uit in je boek of schrift.
Hulp	De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 10.
Tijd	Tot het klaar is.
Waarom?	Om te oefenen voor de toets van volgende week.
Klaar?	Maak opdracht 10.

Zelfstandig werken 

Lezen: mening, argument, conclusie

Feit

- Iets wat waar is

- Je kunt het controleren

- Je kunt het bewijzen

Mening

- Iets wat iemand vindt over iets

- Je kunt het herkennen aan:

'ik vind', 'volgens mij'

- Je kan het ermee eens en oneens zijn

- Ook wel standpunt genoemd

Argument

- De reden waarom iemand iets vindt

- Je kunt dit herkennen aan:

 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Conclusie

- Aan het einde van een tekst kan de schrijver 

een conclusie geven

- Kort herhalen van mening en argument

- Je kunt het herkennen aan:

'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

Heb je                       vragen?

Steek je vinger op en 

wacht tot je aan de beurt bent. 

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot moet verkopen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Sport is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Conclusie

Wat?	Ga naar blz 20 en maak opdracht 2, 3 en 4.
Hoe?	Zelfstandig. Werk de antwoorden uit in je boek of schrift.
Hulp	De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 19, 10 en 17
Tijd	Tot het klaar is.
Waarom?	Om te oefenen voor de leestoets in de toetsweek.
Klaar?	Ga naar blz 19 en lees de theorie. Maak opdracht 5 en verder

Huiswerk morgen  

Lesdoel:

Je herkent het verschil tussen meningen, argumenten en conclusie van een tekst.

Zijn de lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃

Fijne dag!

Tot morgen!