Delfstoffen in Nederland

Delfstoffen in Nederland

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen welke delfstoffen in Nederland aanwezig zijn en hoe deze zijn ontstaan. Aan het einde van de les kun je de processen beschrijven die tot de vorming van aardgas en zout in Nederland hebben geleid. Aan het einde van de les kun je de gevolgen van aardgaswinning voor Nederland benoemen. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe Nederland gebruikmaakt van kalksteen, zand, grind en klei. Aan het einde van de les kun je de afhankelijkheid van Nederland van buitenlandse delfstoffen toelichten. Aan het einde van de les kun je de principes van een circulaire economie beschrijven en hoe Nederland deze wil bereiken.

Wat weet je al over de delfstoffen in Nederland?

Delfstoffen in Nederland

In Nederland zijn verschillende delfstoffen te vinden zoals goud, steenkool, aardgas, zout, kalksteen, zand, grind en klei.

Ontstaan van delfstoffen

Steenkool werd vroeger in Zuid-Limburg gewonnen, maar de mijnen zijn gesloten vanwege hoge kosten en milieuvervuiling. Aardgas verving steenkool als belangrijke energiebron, maar de winning ervan heeft geleid tot aardbevingen.

Gebruik van delfstoffen

Zout wordt gewonnen voor de productie van chloor en keukenzout. Kalksteen wordt gebruikt voor bouwstenen en cement, terwijl zand en grind dienen als ophoog- en bouwmateriaal. Klei, gewonnen langs de rivieren, wordt gebruikt voor bakstenen.

Afhankelijkheid van import

Ondanks de eigen delfstoffen importeert Nederland metaalertsen en fossiele brandstoffen.

Circulaire economie

Om minder afhankelijk te zijn van import, streeft Nederland naar een circulaire economie waarin afval de nieuwe grondstof is en materialen maximaal hergebruikt worden.

Definities

reservoirgesteente: Het poreuze gesteente waarin een delfstof ligt opgeslagen. moedergesteente: Het gesteente waarin het gas of de olie is ontstaan. circulaire economie: Een economisch systeem gericht op het maximaliseren van hergebruik van producten en grondstoffen, en het minimaliseren van waardevernietiging.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.