Les 2 72 - week 3 - periode 2 - Questions in the present simple

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Today: Grammar; questions

Making questions 

Making questions: present simple

Er zijn een paar werkwoorden die je gewoon vooraan in de zin mag zetten bij het maken van vragen: 

- to be (am/is/are)

- can                                                                    (en nog hulpwerkwoorden zoals will en 

- have / has got                                                should)

I am 23 years old --> Am I 23 years old?

He can speak English --> Can he speak English?

Making questions: present simple

Staan deze werkwoorden niet in een zin? Dan moet je een hulpwerkwoord erbij pakken!

--> do / does (of ontkennend natuurlijk!)

Na elke vorm van do moet je het hele werkwoord gebruiken 

I love cats --> Do I love cats?

He loves cats --> Does he love cats?

Practice

In the next few slides, make questions out of these sentences

Dus: kijk eerst of er een vorm van to be, can of have got in de zin staat. Dan kan je de vraag erg simpel maken. 

Staat deze er niet in? Gebruik dan een vorm van do!

Making questions

• Sarah and Linda feed their pets 

• He is 12 years old

• She lives in Nijmegen

1. They are happy

2. The boys play football

3. She has got brown hair

4. Carol plays the guitar

5. She wants an ice cream