Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Slide 1 - Question ouverte
Wat zijn plekken op lage breedte?
A
Plekken in de buurt van een hooggebergte
B
Plekken in de buurt van een kust.
C
Plekken in de buurt van de polen.
D
Plekken in de buurt van de evenaar
Slide 2 - Quiz
Welke letter krijgen de tropische klimaten in het klimaatsysteem van Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 3 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df
Slide 4 - Quiz
Uit welke twee onderdelen bestaat de wet van Buys Ballot?
A
Lucht stroom altijd van H naar L
B
Lucht stroom altijd van L naar H
C
Met een afwijking naar rechts op het NH
D
Met een afwijking naar links op het NH
Slide 5 - Quiz
Welk soort luchtdruk vinden we in de buurt van de evenaar?
A
Lage druk
B
Hoge druk
C
Geen druk
D
Maak je niet zo druk
Slide 6 - Quiz
Stralingsbalans
De zon geeft met haar zonlicht warmte en licht naar aarde. Toch is niet alle energie die de zon uitstraalt bruikbaar, een gedeelte van de energie wordt weerkaatst door de wolken en een ander deel opgenomen door de gassen in de atmosfeer. Ook straalt de aarde een gedeelte van de ontvangen energie weer terug naar het heelal. De verhouding tussen de hoeveelheid binnenkomende kortgolvige straling en uitgaande langgolvige straling is de energiebalans ook wel stralingsbalans genoemd.
Slide 7 - Diapositive
Variatie in de stralingsbalans
Niet elke plaats op aarde krijgt evenveel straling; dit is afhankelijk van:
- Breedteligging (plaatsen op hoge breedte krijgen minder loodrechts zonnestralen dan plaatsen op lage breedte);
- Albedo (weerkaatsing van het zonlicht; sneeuw reflecteert meer, terwijl bos meer opneemt).;
- Gesteldheid van het aardoppervlak
Slide 8 - Diapositive
Gesteldheid v/h aardoppervlak
Of een plek op het land ligt of op het water heeft grote gevolgen.
Algemene regel: land warmt snel op en koelt snel af, zee warmt langzaam op en koelt langzaam af.
Slide 9 - Diapositive
Herverdeling van energie
Sommige plaatsen krijgen meer energie en dus warmte van de zon dan andere. Het systeem aarde zorgt voor een herverdeling van deze energie door de mondiale windsystemen en zeestromingen.
Slide 10 - Diapositive
Mondiaal windsysteem
Principe: warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Het ' te veel' aan waterdamp condenseert (=wordt water) = neerslag
Lage druk (hier gaat wind naar toe):
lucht stijgt - wolk - koelt af - waterdamp condenseert (wolk) - neerslag
Hoge druk (hier gaat wind weg):
lucht daalt - wordt warmer - waterdamp lost op - droog
Slide 11 - Diapositive
Wet van Buys Ballot
1. Lucht stroomt altijd van plekken met hoge druk naar plekken met lage druk.
2. Met een afwijking naar rechts op het NH en naar links op het ZH.
Slide 12 - Diapositive
Oceanische circulatie
De overheersende winden in een bepaald gebied brengen ook het zeewater in beweging. Deze oceanische circulatie beweegt dus met de wind mee. De andere manier waarop oceaanwater in beweging komt is het verschil in zoutgehalte, de warme golfstroom is een voorbeeld van zo'n thermohaline stroming.
Slide 13 - Diapositive
Klimaatsysteem van Köppen
Hoofdletter: A, B, C, D en E;
Bij A, C en D: kleine letter s, f en w.
BS / BW: op basis van tekort aan neerslag;
EF, EH en ET op basis van ligging
Atlaskaart: 244
Slide 14 - Diapositive
Natuurlijke landschapszones
Noteer per landschapszone de volgende gegevens:
- Ligging;
- Klimaat (dus temperatuur en neerslag);
- Kenmerkende vegetatie;
- Bijzonderheden over bodem;
Slide 15 - Diapositive
Invloed van de mens op de landschappen
Menselijke activiteiten kunnen het natuurlijk landschap aantasten; er is dan sprake van landdegradatie: