Les 16 "Wiederholung: Wortschatz und Schreiben"
1 / 31
La durée de la leçon est: 70 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Auf Entdeckungsfahrt
in Deutschland
in Deutschland
Slide 4 - Carte mentale
Übersetze das folgende Wort:
op woensdag
A
am Montag
B
am Mittwoch
Slide 5 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
de tweepersoonskamer
A
das Doppelzimmer
B
das Zweipersonenzimmer
Slide 6 - Quiz
Meine Freunde und ich spielen ... Fußball.
A
in Urlaub fahren
B
kommende Woche
C
jeden Tag
D
für euch
Slide 7 - Quiz
Wir haben ... viele tolle Sehenswürdigkeiten besichtigt.
A
auf der Autobahn
B
verreisen
C
zu Fuß gehen
D
während der Reise
Slide 8 - Quiz
Ordne die Fotos den Wörtern zu.
der Unfall
streiken
der Reisende
das Chaos
Slide 9 - Question de remorquage
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
a) Vertel dat je het reisprogramma gaat presenteren.
a) Vertel dat je het reisprogramma gaat presenteren.
Slide 10 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
b) Vertel dat je geplande reis op vrijdag start.
b) Vertel dat je geplande reis op vrijdag start.
Slide 11 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
c) Vertel dat jullie in een hotel in het centrum gaan overnachten.
c) Vertel dat jullie in een hotel in het centrum gaan overnachten.
Slide 12 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
d) Vertel dat jullie op zaterdag de “Aachner Dom” en de “Schatzkammer” gaan bezoeken en dat je klasgenoten daarna vrije tijd hebben.
d) Vertel dat jullie op zaterdag de “Aachner Dom” en de “Schatzkammer” gaan bezoeken en dat je klasgenoten daarna vrije tijd hebben.
Slide 13 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
e) Vertel dat jullie op zondag ochtend met de trein weer terug gaan.
e) Vertel dat jullie op zondag ochtend met de trein weer terug gaan.
Slide 14 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
f) Vertel dat je hoopt dat het een mooie reis gaat worden.
f) Vertel dat je hoopt dat het een mooie reis gaat worden.
Slide 15 - Question ouverte
Du planst mit deiner Klasse eine Reise nach Aachen:
g) Bedankt je klasgenoten voor de aandacht en vraag of er nog vragen zijn.
g) Bedankt je klasgenoten voor de aandacht en vraag of er nog vragen zijn.
Slide 16 - Question ouverte
Deutschland sucht den Vlogstar
Slide 17 - Carte mentale
Welches Wort passt zu:
Ich finde, dass ...
A
Ich bin der Meinung, dass ...
B
Das ist schade ...
C
Wenn ich fertig bin ...
D
Videos drehen über ...
Slide 18 - Quiz
Welches Wort ist das Gegenteil von:
Ich finde es blöd, dass ...
A
herausfordernd
B
begeistern
C
nachdem
D
langweilig
Slide 19 - Quiz
Welches Wort passt nicht in die Reihe?
A
beliebt
B
das Publikum
C
der Grund
D
in der Öffentlichkeit
Slide 20 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
vreemd
A
komisch
B
verrückt
Slide 21 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
de familieleden
A
die Verwandten
B
die Firmen
Slide 22 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
de negatieve kant
de negatieve kant
Slide 23 - Question ouverte
Ordne die Fotos den Wörtern zu.
leise
das Abenteuer
zur Schule gehen
die Werbung
Slide 24 - Question de remorquage
Der ... ist heute leider nicht gültig, weil die Busfahrer streiken.
A
Kleinkind
B
Führerschein
C
Fahrplan
D
Schicksal
Slide 25 - Quiz
Wenn man ... ist, darf man alle Entscheidungen selbst treffen.
A
veröffentlichen
B
volljährig
C
begründen
D
verwaisen
Slide 26 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
die Ehe
A
het huwelijk
B
het gedrag
Slide 27 - Quiz
Übersetze das folgende Wort:
gefährden
A
in gevaar brengen
B
gevangen nemen
Slide 28 - Quiz
Ordne die Fotos den Wörtern zu.
die Auskunft
der Moderator
der Notruf
die Unterkunft
Slide 29 - Question de remorquage
Was hast du heute gelernt?
