Criminaliteit P45

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Belangrijk:

> Opdrachten maken voor (het behouden van het recht op) de herkansing

Doelen P4:

D1: Je kan vertellen wat het verschil is tussen een dader en een verdachte.

D2: Je kan vertellen welke bevoegdheden de politie heeft.

D3: Je kan vertellen wat een proces-verbaal is.

D4: Je kan vetellen wat het verschil is tussen een halt-straf en een 'gewone' straf.

D5: Je kan vertellen welke opties de officier van justitie heeft.

D6: Bijzondere maatregelen

D1: Wat is een verdachte?

D1: Wanneer ben je een dader?

D1: Wat is dus het verschil tussen een verdachte en een dader?

D23: Wat mag de politie?

Als je verdacht wordt van een misdrijf: 

> Fouilleren

> Arresteren

> Huis doorzoeken  

Tot slot: proces-verbaal

D4: Waarvoor staat Halt?

D4: Welke voorwaarde hoort niet bij Halt?

1. je bent tussen de 12 en 23 jaar
2. je bekent wat je hebt gedaan
3. de strafbare feiten waren niet heel erg
4. excuses maken

D4: Halt (het alternatief)

- Minderjarig (12-18jr)

- Licht misdrijf

- Geen veroordeling > geen strafblad

- Straf heeft vaak direct met het misdrijf te maken

D4: Naar halt?
Je steek illegaal vuurwerk af.

1. ja
2. nee

D4: Naar halt?
Je bedreigt iemand met een mes.

1. ja
2. nee

D4: Naar halt?
Je steelt iets uit een winkel

1. ja
2. nee

D4: Naar halt?
Je dealt in drugs

1. ja
2. nee

D5: Wat is een officier van justitie/ wat doet een officier van justitie?

D5: Opties van de officier van justitie

Seponeren: stoppen met vervolgen, de dader krijgt geen straf.

Schikken: een boete aanbieden aan de dader.

Vervolgen: een zaak voor de rechter brengen

D5: Welke optie? Iemand bekend schuld, maar de agenten hebben zich niet aan de regels gehouden.

1. seponeren
2. schikken
3. vervolgen

D5: Welke optie?
Iemand wordt op heterdaad betrapt van het spuiten van graffiti.

1. Schikken
2. Seponeren
3. Vervolgen

D5: Welke optie?
Je wordt betrapt op winkeldiefstal.

1. vervolgen
2. seponeren
3. schikken

D5: Wat had jij gedaan in de zaak van Bilal Wahib?

Eind P4.

www.facebook.com

Belangrijk:

> Maak je opdrachten!

> Wil je nog een herkansing politiek doen? Vóór meivakantie en alle opdrachten gemaakt. 

Doelen P4:

D1: Je kan vertellen wat het verschil is tussen een dader en een verdachte.

D2: Je kan vertellen welke bevoegdheden de politie heeft.

D3: Je kan vertellen wat een proces-verbaal is.

D4: Je kan vetellen wat het verschil is tussen een halt-straf en een 'gewone' straf.

D5: Je kan vertellen welke opties de officier van justitie heeft.

D6: Bijzondere maatregelen

Doelen P5

Je kan vertellen:

D1. Wat een dagvaarding is.

D2. Wat de belangrijkste personen zijn bij een rechtszaak.

D3. Wat het verloop is van de rechtszitting.

D4. Wanneer je schuldig bent.

D5. Wat ontoerekeningsvatbaarheid is en wat er dan gebeurt. 

D12: De rechtszitting 1

Dagvaarding: oproep om voor de rechter te verschijnen

Belangrijke personen rechtszitting:

> Verdacht (met advocaat)

> Officier van justitie

> Rechter (onafh.+ onpartijdig)

D2: Wie zou deze uitspraak doen?
'U wordt verdacht van geld witwassen. Wat vindt u daarvan?'

1. verdachte
2. advocaat
3. Officier van Justitie
4. Rechter

D2: Wie zou deze uitspraak doen?
'Ik wil me op mijn zwijgrecht beroepen.'

1. verdachte
2. advocaat
3. Officier van Justitie
4. Rechter

Wie zou deze uitspraak doen?
'Daarom eis ik 5 jaar gevangenisstraf voor de verdachte'

1. verdachte
2. advocaat
3. Officier van Justitie
4. Rechter

D2: Wie zou deze uitspraak doen?
'Ik wil graag even met mijn cliënt overleggen'

1. verdachte
2. advocaat
3. Officier van Justitie
4. Rechter

D3: Verloop rechtszitting

1. check persoonsgegevens

2. voorlezen aanklacht

3. vragen stellen aan verdachte

4. getuigen horen

(spreekrecht slachtoffer)

5. OvJ benoemt de eis

6. Advocaat reageert op eis

7. Verdachte heeft het woord

8. Rechter spreekt het vonnis uit

D3: Extra informatie rechtszitting

Check persoonsgegevens

Verschil getuigen en verdachte

Eis OvJ

Doel advocaat

Vonnis = uitspraak

D4: Wanneer schuldig?

1. Gaat het om een strafbaar feit?

2. Heeft de verdachte het gedaan?

3. Is de verdachte strafbaar?

D4: Schuldig?
In de middeleeuwen wordt iemand betrapt op het stelen van een brood.

1. strafbaar
2. niet strafbaar

D4: Schuldig? In 1950 achtervolgt een man een vrouw telkens. De vrouw vindt dit vervelend en voelt zich onveilig

1. strafbaar
2. niet strafbaar

D4: Schuldig? Wanneer er bij je ingebroken wordt verdedig je jezelf door hem een duw te geven.

1. strafbaar
2. niet strafbaar

Schuldig?
Er wordt bij je ingebroken. Je pakt een mes en steekt de inbreker neer.

1. strafbaar
2. niet strafbaar

D5: Is de dader strafbaar?

> Kan de dader verantwoordelijk gehouden worden voor zijn gedrag?

> TBS: terbeschikkingstelling; duur: totdat je 'beter' bent

D5: Noem een reden waarom een rechter TBS op zal leggen.

D5: Noem een reden waarom een dader voor TBS zal pleiten.

D5: Noem een reden waarom de dader geen TBS zal willen.

Doelen P5

Je kan vertellen:

D1. Wat een dagvaarding is.

D2. Wat de belangrijkste personen zijn bij een rechtszaak.

D3. Wat het verloop is van de rechtszitting.

D4. Wanneer je schuldig bent.

D5. Wat ontoerekeningsvatbaarheid is en wat er dan gebeurt.