Quiz H4 Grenzeloos Europa

Grenzeloos Europa



Quiz
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Grenzeloos Europa



Quiz

Slide 1 - Diapositive

West Duitsland was meer ontwikkeld dan Oost Duitsland nadat deze landen weer één Duitsland werden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Welke bebouwing vindt je het
minste in de historische binnenstad?
A
Winkels
B
Hoogbouw
C
Woonhuizen
D
Supermarkten

Slide 3 - Quiz

Wat betekent re-urbanisatie?

Slide 4 - Question ouverte

Bij gentrificatie worden oude woonwijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
Gemeentes
B
Arme oorspronkelijke bewoners
C
Rijkere nieuwe bewoners
D
Rijke investeerders uit het buitenland

Slide 5 - Quiz

Geef de betekenis van het begrip: ontgroening

Slide 6 - Question ouverte

Uit welk gebied in Duitsland is geen sprake van een vertrekoverschot?
A
De stedelijke gebieden
B
De landelijke gebieden
C
Oude industriegebieden
D
Uit oost Duitsland

Slide 7 - Quiz

Geef de betekenis van het begrip geboortecijfer.

Slide 8 - Question ouverte

Als er in een jaar meer mensen overlijden dan er worden geboren is er sprake van een geboorteoverschot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Als er meer mensen uit een gebied vertrekken dan dat er mensen zich vestigen is er sprake van een negatief migratiesaldo.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Alleen door te kijken naar de natuurlijke bevolkingsgroei én de sociale bevolkingsgroei kan je te weten komen of het inwoneraantal van een land groeit of krimpt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden voor het stijgen van de levensverwachting in Nederland?
A
Alle kinderen moeten verplicht naar school
B
Omdat het aantal kinderen per huishouden is gedaald
C
Er is nu anticonceptie beschikbaar
D
De gezondheidszorg is verbeterd.

Slide 12 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Daling van de levensverwachting
C
Vergrijzing
D
vestigingsoverschot

Slide 13 - Quiz

Geef de betekenis van het begrip regionale ongelijkheid.

Slide 14 - Question ouverte

Welk beroep hoort behoord niet tot de primaire sector?
A
Politieagent
B
Visser
C
Boer
D
Mijnwerker

Slide 15 - Quiz

Bij de beroepsbevolking horen ook de mensen die werkloos zijn, maar wel willen werken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz