Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Grenzeloos Europa
Quiz
Slide 1 - Diapositive
West Duitsland was meer ontwikkeld dan Oost Duitsland nadat deze landen weer één Duitsland werden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Welke bebouwing vindt je het minste in de historische binnenstad?
A
Winkels
B
Hoogbouw
C
Woonhuizen
D
Supermarkten
Slide 3 - Quiz
Wat betekent re-urbanisatie?
Slide 4 - Question ouverte
Bij gentrificatie worden oude woonwijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
Gemeentes
B
Arme oorspronkelijke bewoners
C
Rijkere nieuwe bewoners
D
Rijke investeerders uit het buitenland
Slide 5 - Quiz
Geef de betekenis van het begrip: ontgroening
Slide 6 - Question ouverte
Uit welk gebied in Duitsland is geen sprake van een vertrekoverschot?
A
De stedelijke gebieden
B
De landelijke gebieden
C
Oude industriegebieden
D
Uit oost Duitsland
Slide 7 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Arbeidsextensief
Kapitaalintensief
Mechanisering
Lage loonkosten
Slide 8 - Question de remorquage
Noem een product dat afkomstig is uit de hightechindustrie van Duitsland.
Slide 9 - Question ouverte
Geef de betekenis van het begrip geboortecijfer.
Slide 10 - Question ouverte
Als er in een jaar meer mensen overlijden dan er worden geboren is er sprake van een geboorteoverschot.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Als er meer mensen uit een gebied vertrekken dan dat er mensen zich vestigen is er sprake van een negatief migratiesaldo.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Alleen door te kijken naar de natuurlijke bevolkingsgroei én de sociale bevolkingsgroei kan je te weten komen of het inwoneraantal van een land groeit of krimpt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Wat is de belangrijkste reden voor het stijgen van de levensverwachting in Nederland?
A
Alle kinderen moeten verplicht naar school
B
Omdat het aantal kinderen per huishouden is gedaald
C
Er is nu anticonceptie beschikbaar
D
De gezondheidszorg is verbeterd.
Slide 14 - Quiz
Wat zie je op de afbeelding?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Daling van de levensverwachting
C
Vergrijzing
D
vestigingsoverschot
Slide 15 - Quiz
Geef de betekenis van het begrip regionale ongelijkheid.
Slide 16 - Question ouverte
Welk beroep hoort behoord niet tot de primaire sector?
A
Politieagent
B
Visser
C
Boer
D
Mijnwerker
Slide 17 - Quiz
Bij de beroepsbevolking horen ook de mensen die werkloos zijn, maar wel willen werken.