inleiding

Euthanasie Hoofdstuk 6
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Euthanasie Hoofdstuk 6

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Weten wat het woord euthanasie betekent.
Verschil kennen tussen euthanasie en palliatieve sedatie.
Andere vormen van zelfdoding herkennen.
Kennis nemen van de zorgvuldigheidseisen rondom euthanasie.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Euthanasie

Slide 4 - Carte mentale

Euthanasie
(goede dood)

Actief: door toedoen van een arts.
Passief: abstinentie-beleid.

Slide 5 - Diapositive

2002
  • Als eerste land ter wereld.
  • Kinderen tussen 12-16 jaar in overleg met ouders.
  • Vanaf 16 mag iedereen die wilsbekwaam is zelf beslissen.

Slide 6 - Diapositive

Vraag

Wat betekent  "wilsbekwaam"?

Slide 7 - Diapositive

Landen waren euthanasie is toegestaan.
 België, Nederland, Luxemburg, Japan, Canada en Colombia.

België, Nederland ook minderjarigen.

Zwitserland; hulp bij zelfdoding wel. (euthanasie niet)
Dit heeft gezorgd voor verdubbeling van zelfmoordtoerisme in 3 jaar. (2014:  611 mensen uit 31 landen)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Andere vormen van het beëindigen van het leven.
  • Zelfdoding met hulp van arts   (reikt de middelen aan)
  • Auto-euthanasie (zonder arts, met naasten)
  • Suïcide
  • Suicide d.m.v "laatstewilpil"
       (Voltooid leven)

Palliatieve sedatie

Slide 10 - Diapositive

 Palliatieve sedatie. 

  • Persoon wordt in een soort coma gehouden door een grote hoeveelheid slaapmiddel of morfine.
  • Proces duurt een aantal dagen.

  • Heeft niet als hoofddoel de dood, maar pijnbestrijding.
  

Slide 11 - Diapositive

Wat houdt het abstinentiebeleid niet in?
A
De arts stopt de behandeling
B
De arts besluit dat behandelen geen zin meer heeft.
C
De arts start geen behandeling.
D
De arts zorgt er voor dat de patiënt palliatieve zorg ontvangt.

Slide 12 - Quiz

Euthanasie
  • Persoon wordt eerst in     
       slaap gebracht.
  • Spierverslapper is ingespoten of ingenomen.

  • De dood is het doel.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Zorgvuldigheidseisen: De arts moet
  1. ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt;
  2. ervan overtuigd zijn dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt;



Slide 15 - Diapositive

3. de patiënt informeren over de situatie waarin deze zich bevindt en over diens vooruitzichten;
4. met de patiënt tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is;

Slide 16 - Diapositive

5.tenminste één andere, onafhankelijke arts raadplegen, (scanarts)
6.levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding op medisch zorgvuldige wijze uitvoeren.

Slide 17 - Diapositive

Wat is niet nodig volgens de Euthanasiewet?
A
Een vrijwillig verzoek
B
Ondraaglijk en Uitzichtloos lijden
C
Consultatie van onafhankelijke arts
D
Communicatie mogelijk tot overlijden

Slide 18 - Quiz

Auto-euthanasie

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo